WONEN IN ITALIË – De markt
Waarom voelen vrouwen zich altijd zo tot markten aangetrokken? Wat is er leuk aan om in je onderbroek in een busje een jurk te staan passen? Toch ben ik zelf ook dol op markten en loop ik er vele af.
Bijvoorbeeld die op woensdag in Ceva. Het is één van de grootste markten in deze omgeving. In het hele stadje staan kramen. In het oude centrum vind je die met kleding, aan de overkant van de rivier de Tanaro is de echte boerenmarkt.
Tractoren en allerlei andere landbouwwerktuigen staan hier uitgestald, kartonnen dozen met levende kippen en konijnen erin stuiteren over het plaveisel, verder groentenkramen, viskramen, kaaskramen, kramen met huishoudelijke artikelen, met planten.
Het is heerlijk om er tussendoor te scharrelen en hier en daar wat te kopen. Na twee keer heb je je favoriete kraam en laat je je door die lieve meiden graag van alles aansmeren.
Er heerst een gezellige drukte. Overal staan groepjes met elkaar te praten, de terrassen zitten vol.
Vast onderdeel in Ceva is ook: koffie bij Bono, een bekend grand café onder de portici. Ik zat een tijd geleden bij de kapper in Hilversum. Naast mij zat een vrouw die een tweede huis hier in de buurt heeft. Toen ze wegging, zei ze me gedag met de woorden: "nou tot ziens dan maar bij Bono in Ceva hè?.."
Wat ook zo leuk is, is dat ik hier zoveel bekenden op de markt tegenkom. Dat is niet zo gek want heel Mombarcaro gaat 's woensdags naar de markt van Ceva. Dus je staat telkens even vijf minuten met iemand een praatje te maken.
"Ha Bruna, tutto bene?" Bruna is een sympathieke oudere boerin , ze grinnikt en antwoordt zoiets als "ach we gaan maar door hè, wat moet je anders?" En dan: "wanneer kom je nou eens langs? Kom een keer een espresso drinken." "Doe ik, ik kom beslist binnenkort een keer langs. Ciao!"
En zo gaat 't nog een paar keer. En ik vind 't heerlijk. Ik voel me helemaal ingebed in een sociaal netwerk, ik hoor er helemaal bij.
Ik wil een foto maken maar word op m'n arm getikt. Daar staat Bianca, de buurvrouw van drie huizen verderop, met een hulpeloze blik. Ze laat me haar mobieltje zien en zegt: "och Christina, wil jij Marco voor me opzoeken, ik heb m'n leesbril niet bij me, ik zie niks." Ik zoek Marco op in haar mobieltje en druk ook voor haar op 't groene telefoontje. Opgelucht staat ze even later met haar zoon te kwekken en ik loop door.
Er zijn ook markten in Monesiglio en in Murazzano, maar die zijn veel kleiner en hebben een nog intiemere sfeer. Daar kun je elkaar echt niet mislopen. Kom je daar een bekende tegen dan ga je bijna altijd even samen koffie drinken.
Markten brengen deze kleine Piemontese stadjes tot leven. Ook in de winter. Dik ingepakt staan de kraamhouders dan tussen hun waren. Iedereen schiet met regelmaat de bar in waar de palletkachel snort en de ramen beslagen zijn. Het heeft ook wel iets met een kop warme cappuccino in je handen te staan en tegen elkaars rode wangen en glimmende neuzen aan te kijken. Nog even.....en dan is 't weer zo ver.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.