WONEN IN ITALIË – De Beslissing
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.
Ik verkocht m’n huis in Bussum en ging in Italië huizen bekijken. Er deed zich een gouden kans voor. Het programma ‘Droomhuis Gezocht’ vond een rustiek huis voor mij in Piemonte met een flinke tuin, in een dorp met alle benodigde voorzieningen. Opeens was er een concreet huis en een makelaar die af en toe contact met me opnam om te horen of ik al een besluit genomen had. Het was opeens griezelig concreet.
Het huis lag op 900 meter, was dat niet wat hoog? Hoe zat het met de bouwtekeningen, met de grond eromheen, was er gevaar voor ‘frane’ (modderstroom door afbrokkelende grond)? Ik belde de burgemeester. “Iedereen hier heeft een moestuin, misschien dat de tomaten hier een week later rijp zijn.“ En frane? Daar hadden ze hier in het dorp geen last van. Tsja, wat te doen? Ik twijfelde, vond het een enorme stap.
Ik liet er weer weken overheen gaan. Toen belde Cristiana van het makelaarskantoor en vertelde me dat er op 2 februari Duitsers naar het huis zouden komen kijken. Ik schrok. Zou het een truc zijn om mij onder druk te zetten, vroeg ik me af? Het werkte wel. Ik deed een bod en toen was het gauw gebeurd. De makelaar begeleidde mij stap voor stap in wat ik moest doen. Hij ging ook naar de bank en al snel had ik contact met een bankmedewerkster die mij liet weten wat ze precies nodig had voor het verstrekken van een hypotheek. De printer spuwde tientallen pagina’s uit met mijn bankafschriften en andere gegevens. Inmiddels waren de eigenaren van het huis akkoord gegaan met mijn laatste bod. En toen stond daar opeens de datum van de overdracht, maandag 8 april.
Ik sprak af met de twee Britse mannen van wie het huis was. We moesten om 14.00 uur bij de notaris zijn in Carru. Met zijn zessen zaten we bij hem rond de tafel: ikzelf, de makelaar, de twee Britten, de directeur van de bank en de notaris. Er werd eindeloos veel voorgelezen en ik moest tientallen handtekeningen zetten. Uiteindelijk was het gedaan en was ik de bezitter van een huis in Italië. Ik schoot vol, want ik moest aan mijn vader denken, aan mijn overleden geliefde, aan mijn overleden hartsvriendin. Door hun dood zat ik hier nu alleen aan tafel op zo’n ingrijpend moment van mijn leven.
Allen feliciteerden mij en toen zei makelaar Luigi dat hij voor mij uit naar het huis zou
rijden, een kilometer of vijftien verderop. Even later reed ik met mijn stokoude Peugeot ronkend en rokend achter Luigi’s Alfa Giuglia aan die voor mij uit spoot over de bochtige Piemontese wegen. Het leek net een race. Maar uiteindelijk kwam daar Mombarcaro in zicht, mijn nieuwe woonplaats. We stopten voor het huis, Luigi nam afscheid. En toen stond ik daar. Op een gure dag in april voor het vreemde huis dat ik nu het mijne mocht noemen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.