WONEN IN ITALIË – Cuneo

Een dagje Cuneo. Sowieso heerlijk om weer eens in een echte stad te zijn met fijne winkels en veel mooie café's. Maar daar ging ik eigenlijk niet voor, ik wilde de befaamde dinsdagmarkt van Cuneo wel eens bezoeken en ik had een lunch afspraak met mijn (nieuwe) vriendin Egle die hier woont en werkt als onderwijzeres.

Het is mooi herfstweer. De zon schijnt en het vele groen in de stad begint licht te verkleuren. Ik parkeer mijn auto op een pleintje dat achter de Corso Nizza ligt, dè hoofdstraat van Cuneo. De hele straat heeft arcades met daaronder de winkels. Dat maakt 't al meteen sfeervol.

Ik zie ook dat er langs de hele corso fietspaden zijn aangelegd. Dat zie je zelfs niet in fietsstad Ferrara. Ik stap bar Corso binnen. Het is een bijenkorf vol mensen. Staande aan de bar en zittend aan de tafeltjes, velen met een krant voor hun neus. In een vitrinekast ligt het vol met brioches, koekjes en andere zoetigheden waarmee de Italiaan ontbijt.

Na mijn cappuccino loop ik verder de corso af naar de Piazza Galimberti vanwaar de marktstalletjes al van verre te zien zijn. Men zegt dat de mensen zelfs vanuit Frankrijk komen om de dinsdagmarkt hier te bezoeken. Het aanbod aan koopwaar is inderdaad overweldigend. Voor weinig geld kun je je hier compleet in 't nieuw steken.

Kramen met etenswaren zie ik er niet. Ik koop bijna een paar kelims voor een paar tientjes maar besluit toch eerst even thuis de vloer op te meten. Om kwart over één tref ik Egle. Half schor omdat ze heeft gezongen met het schoolkoor. "Ik leidt het koor en dan doen collega's voor mij de computerdingen want daar ben ik niet zo goed in" zegt ze met een knipoog.

Het is kwart over één, Italië luncht. Ze neemt me mee naar een modern restaurant, ingericht met blankhouten tafeltjes en wanden, waarin de wijn hoog ligt opgetast. Het is er stamp- en stampvol. Als ik de menukaart zie, snap ik ook wel waarom. Een bord spaghetti met garnalen, courgettes en tomaten, plus een glas wijn, plus een espresso kost 8 euro.

We praten over onze families, over werk, over Italië. Over de huidige regering. En natuurlijk over mannen, ook internationaal gezien een onuitputtelijk onderwerp. Egle is ergens in de vijftig, gescheiden en moeder van twee kinderen. Ze heeft een vriend die ze alleen in de weekenden ziet. Na het eten lopen we nog een tijdje over de corso.

Er zijn veel speciaalzaken achter de mooie houten puien. Hoeden- en tassenwinkels, een peperdure patisserie. Dure en goedkope modezaken wisselen elkaar af, ook H & M en Benetton vind je ertussen. We spreken over 14 dagen weer hier af. Dan weet ik welke maat de kelims moeten hebben en ga ik truien aanschaffen want de winter is hier echt winter.

Lopend naar mijn auto moet ik denken aan de ontmoeting die ik een paar maanden geleden had op een Duitse parkeerplaats. Een man klopte op het raampje van m'n auto. Hij en zijn medereisgenoten hadden gezien dat mijn auto een kenteken uit Cuneo droeg. Waren ze hier in 't verre Duitsland een stadsgenoot tegengekomen? Ik vertelde dat ik in Mombarcaro woonde, provincie Cuneo.

Ik moest eens naar Cuneo toekomen, zei de man die voor m'n autoraampje stond. Ik zei dat ik zeker een keer naar de dinsdagmarkt wilde komen. "Ik heb 26 jaar op die markt schoenen verkocht" vertelde hij. Toen ik wegreed stond het hele busgezelschap uit Cuneo mij uit te zwaaien. Vandaag heb ik mijn belofte ingelost. En ik moet zeggen: markt of geen markt Cuneo is een bezoek meer dan waard.