WONEN IN ITALIË – Lopen

Zoals iedereen wel van mij weet, loop ik veel. Maar wel vaak hetzelfde parcours. Hoe komt dat? Dat komt omdat ik ook een beetje lui ben en vaak een route loop die niet al te veel stijgingen en dalingen in zich heeft.

Mombarcaro ligt op de top van een heuvel en is het hoogste punt van de Langhe. Waar ik ook heen loop, op de terugweg moet ik altijd weer omhoog. Daarom loop ik vaak de weg af naar Niella Belbo die licht glooit en een prachtig uitzicht biedt op het landschap en de Monte Viso.

Onderweg passeert mij af en toe een tractor met een zwaaiende boer erop of een auto met een dorpsbewoner erin. Soms stoppen ze om even een praatje te maken door het geopende raam.

Eigenlijk wil ik alle buurtschappen bezoeken. Costalunga, Noceto, Valle, Lunetta en nog een stuk of wat van die minidorpjes. Laatst dacht ik een pad gevonden te hebben dat van buurtschap Buchere naar Lunetta liep. Ik besloot het te gaan volgen. Natuurlijk liep het pad naar beneden.

Als snel moest ik tussen grote plassen water van het ene droge stuk naar het andere springen. De modderige stukken waren spiegelglad. En ja hoor ik gleed uit en belandde op mijn knieën in de modder. Door maar weer. Maar ik zag dat het pad steeds onbegaanbaarder werd en het ook maar de vraag was of het mij naar Lunetta zou brengen.

Ik besloot terug te gaan naar de provinciale weg. Ik zwoegde omhoog dwars door de aardappelvelden. Viel weer, trok me aan wat taai gras omhoog en ging weer verder. Toen ik na een minuut of 20 de weg had bereikt, met een bemodderde halfnatte broek aan, besloot ik niet meer zo onbesuisd een pad te gaan volgen. Vele buurtschappen zijn ook gewoon via de geasfalteerde weg te bereiken.

Sinds kort loop ik af en toe met Ilse, een Nederlandse marinier, die in Mombarcaro is neergestreken. Zij had een pad ontdekt dat helemaal onderlangs om Mombarcaro heen liep. We gingen op weg. We moesten eerst iets naar beneden en voorbij Sara's winkel begon het pad. Ik moest flink doorstappen om Ilse op haar lange benen bij te kunnen houden.

Terwijl we praatten en zij op haar gemak voor me uit wandelde, raakte ik steeds meer buiten adem. Het pad werd ook steeds modderiger, want het heeft nou eenmaal veel geregend de laatste tijd. Daar gleed ik uit en kwam weer eens in de vette modder terecht. Ilse hees me overeind en verder maar weer. Ik was dolblij toen we de geasfalteerde weg bereikten. Onze wandeling eindigde op het pleintje voor de bar in Mombarcaro met een grote Spritz voor onze neus.

Ook met mijn Duitse vriendin Uschi maak ik soms een wandeling, met Scotti haar langharige herder. We doen meestal een wandeling in de buurt van Torresina. Het eerste deel is een feestje. We volgen een bochtige weg langs kerkjes en buurtschappen en met uitzicht op de bergen.

Maar het laatste stuk was onlangs weer een crime. Het pad liep door het bos en bleef maar omhoog lopen. Dan blijkt mijn conditie toch veel minder goed dan ik dacht. Uschi die zonder merkbare inspanning al pratend voortwandelt en ik die er hijgend en zwetend naast loopt, om de zoveel meter stilstaand om voorover gebogen met mijn handen op mijn knieën bij te komen. Genant.

Gisteren werd ik gebeld door mijn vriendin Egle uit Cuneo. Ze gaat gebruik maken van een personal trainer, vertelde ze. Twee keer per week. Zou het ook iets voor mij zijn? Dacht ik later. Ik ontzie mezelf te veel waardoor mijn conditie niet echt vooruit gaat.

Wandel je met Italiaanse vriendinnen dan ligt de nadruk te veel op het kletsen en de 'compagnia'. En Duitse of Nederlandse geoefende lopers kan ik nauwelijks bijhouden. Ik kan misschien toch maar het beste alleen lopen. Een personal trainer is in Mombarcaro niet zo snel voor handen.