WONEN IN ITALIË – Mannen

"Christina ik weet een leuke man voor je" zei overbuurman Valter op een ochtend. "Het is een Fransman en hij woont op de Buchere." "Wat moet ik in vredesnaam met een Fransman, m'n frans is hoogst beroerd," antwoordde ik hem. Luigi (die mijn dak heeft gemaakt) viel hem bij: "Ja dat zou echt iemand voor Christina kunnen zijn. Het is ook een mooie man." "Ja, en hij kookt voor zichzelf en in z'n huis kun je van de vloer eten," besluit Valter zijn pleidooi.

Ook anderen willen mij maar aan de man hebben. En??? Heb je daar al een leuke man ontmoet? is een vraag die me met regelmaat wordt gesteld. "Jij die daar als vrouw alleen woont Ien, er moeten toch wel heel wat mannen fantaserend langs jouw huis lopen, " zegt mijn vriend Ben. Nou volgens mij valt dat erg mee of tegen en de diverse toenaderingspogingen zijn weinig hoopgevend.

Zo liep er de vorige winter iedere avond een man met een baard langs m'n huis. Een vijftiger, dus te jong om hem met Sinterklaas of Babbo Natale te verwarren. Op een avond hoorde ik de klopper van de voordeur. Ik deed open en daar stond de baard met een roos in z'n hand.

"Je was aan het lezen?" Stelde hij enigszins verbaasd vast. Ja, en....? "Je was zeker recepten aan het lezen" was zijn conclusie. Recepten aan het lezen? Waar had hij het over? Reageerde ik verbijsterd. "Ik lees heel vaak en meestal geen recepten," zei ik pinnig en hij droop af, met roos.

Afgelopen zomer bezocht ik veel concerten. Op een middag na een concert in Murazzano, kwam er een beer van een vent met witgrijs haar op me af stappen. Hij kwam met uitgestoken hand op me toe en zei: "Wij kennen elkaar. We hebben elkaar wel eens in de bar van Mombarcaro gesproken." Dat kon best zo zijn, maar ik kon het me niet meer herinneren.

Toen hernam hij: "Ik ben boer, ik had eerst ook nog 6000 schapen maar die heb ik weggedaan. Ik heb alleen de honden gehouden". Ik knikte vriendelijk en probeerde wat belangstellende vragen te stellen. Het gesprek liep echter al gauw dood. Hij vroeg me niets, nodigde me niet uit om bv. een drankje met hem te gaan drinken en hij had verder totaal niets te zeggen. Ik ging er met een smoesje vandoor. De weken daarna bleef hij na de concerten om me heen draaien. "Hij ziet er niet slecht uit" zei m'n zus die bij me logeerde. Maar van de kunst van het verleiden had hij weinig kaas gegeten.

Ook mijn Duitse vriendin Uschi wil me koppelen. Aan een boer die bij haar in de buurt woont. "Het is een a-typische boer" vertelt Uschi. "Best een leuke vent. Wat vind je ervan als ik jullie nou eens samen te eten uitnodig?"

"Uschi die boer wil joù" zeg ik na eerdere verhalen over hem gehoord te hebben. "Jamaar ik ben getrouwd". "Jamaar jij bent blond en je hebt een zeer lichte huid. Ik ben het tegenovergestelde. Dan valt ie toch niet op mijn type?"

Toch is hij wel nieuwsgierig naar me als ik Uschi mag geloven. Ze gaat ons dus binnenkort samen voor een etentje uitnodigen. Wordt vervolgd.

Als ik het grappend aan mijn buurvrouw vertel, zegt ze peinzend: "Christina weet je dat hier heel wat weduwnaren zijn?" Nou weer weduwnaren! Ik zeg maar niet dat één van die verse weduwnaren in Mombarcaro mij laatst voor een middag wilde strikken om samen met hem kapelletjes te gaan bekijken.

Ach natuurlijk kan een man op deze leeftijd nog leuk zijn, maar alleen als je stapelverliefd bent en als hij voor je kookt of je een weekendje meeneemt naar Parijs, of zoiets. Niet als hij alleen maar verzorgd wil worden en onder de pannen wil zijn. Voorlopig ben ik heel gelukkig als ik 's avonds met mijn katertjes Pino en Totò op de bank zit. Bij het zachte kaarslicht tortelen wij dan met z'n drieën heel wat af.