WONEN IN ITALIË – Het koor

Iedere zondagmorgen haast ik me naar het naburige Murazzano. Dan zing ik mee in het plaatselijke kerkkoor. Stel je geen keurig in het gelid opgesteld koor voor, ons koor is een rommeltje, maar wel een gezellig rommeltje. Op een kluitje staan we voor het orgel, dat bespeeld wordt door de struise blonde Noordhollandse Monique of Monica, zoals we haar hier noemen. Zij leidt het koor. Zij is ook de reden dat ik bij een kerkkoor ben gegaan. Ik heb nog nooit in een kerkkoor gezongen en was dat ook helemaal niet van plan. Maar toen zij me vroeg of ik geen zin had om bij haar koor te komen, leek me dat meteen een goede gelegenheid om meer mensen te leren kennen.

Monica is muzikaal geschoold aan het conservatorium dus daar heeft Murazzano enorm mee geboft. Ze leidt het koor, bespeelt het orgel en organiseert in de zomer samen met haar man ook concerten in Murazzano. Wij, koorleden, boffen ook met Monique want zij weet het zooitje ongeregeld, waaruit het koor bestaat, tot een éénheid te smeden en ons tot resultaten te brengen die we anders nooit gehaald zouden hebben. Soms als we na wat oefenen de smaak te pakken hebben en ik de alten, tenoren, bassen en sopranen op verschillende stemhoogte één melodie hoor zingen, geloof ik soms mijn eigen oren niet, zo goed klinkt het. En als Monique er dan zelf nog met haar hoge zuivere stem overheen komt, klinkt het even heel echt.

Ik noem ons koor een 'zooitje ongeregeld' maar bedoel dit wel heel positief. Ik bedoel dat de koorleden zowel qua leeftijd, sekse als persoonlijkheden enorm uiteen lopen. De kerngroep bestaat uit ongeveer 15 man, mannen en vrouwen. De leeftijd varieert van tiener tot bijna tachtiger. De één heeft een eigen fabriek, de ander ploetert in een winkel, sommigen gaan nog naar school, anderen zijn al met pensioen.

Een wat ouder koorlid is bijvoorbeeld zuster Silvana, een non. Maar wel een non die met haar tijd mee gaat. Ze kreeg een tijdje geleden een mobiele telefoon cadeau en dat hebben we geweten. Onze mobieltjes maakten overuren door alle filmpjes en afbeeldingen die ze ons toestuurde. Gelukkig is haar enthousiasme voor het apparaat inmiddels iets bekoeld.

Dan hebben we Natalina, persoonlijk mijn favoriet. Ze is iets jonger dan ik en voor de mis drinken we samen koffie. Haar man zit altijd bij het buurcafé met een cowboyhoed op zijn hoofd. Ze vertelt over haar zoon die voor zijn werk de hele wereld bereist en over haar dochter, die haar twee kleinkinderen heeft gegeven.

Tijdens de pizza-avonden die we regelmatig samen hebben en tijdens het oefenen heb ik haar leren kennen als een enorm grappige vrouw. Ik versta geen woord van wat ze zegt, want ze spreekt dan meestal dialect, maar ze heeft zo'n expressief gezicht en grappige motoriek dat ik vaak dubbel om haar lig.

Met Franco wissel ik informatie uit over de 'orto'. Hoe doen mijn fruitbomen het, heb ik nog veel schade van de hagelbuien opgelopen? Een schat van een man. Als hij in z'n 'hum' is, gaat ie ondeugende opmerkingen maken maar hij blijft leuk.

Jolanda is afgelopen winter weduwe geworden. Na een lang huwelijk staat ze er opeens alleen voor. Ik ben haar meteen gaan opzoeken. Gelukkig heeft ze een hondje waar ze erg aan gehecht is en dat ook zeer aanwezig is. Ook heeft ze een zoon, een vrijgezel die vaak bij haar is. Ze is dapper Jolanda. Ze staart veel voor zich uit maar op een traan zul je haar niet betrappen. Ze blijft zich charmant kleden en zodra het voorjaar was, spoedde ze zich naar haar boomgaard. Daar vindt ze troost, vertelde ze me.

Één van onze koorleden is blind. Carlo, hij komt altijd met begeleiding binnen maar kan zich met behulp van zijn blindenstok heel goed redden. Hij vertelde mij dat hij op zijn 43e blind werd als gevolg van een oogziekte. Zijn wereld stortte in. Negen maanden zat hij diep in de put, vertelde hij, maar toen begreep hij dat hij hier niets mee opschoot. Hij leerde leven met zijn handicap en nu weet hij niet beter.

Dan hebben we nog Elena, Andrea, Silvio, Carmen, Marilde, Claudia, Tiziana, ik vergeet er vast nog een paar. Zoals ik al eerder zei, de harde kern bestaat uit zo'n 15 mensen.

En daar staan we dan iedere zondag ons te verdringen voor het orgel. Monique geeft aanwijzingen en uit volle borst zingen we onze liederen. Meestal is de kerk vol, de jonge priester Don Marco komt op met een stoet aan misdienaren (en misdienaressen). Een oude man met een bochel schuift met de collectezak door de kerk. Mijn vriend Ben die een mis in Murazzano bijwoonde, zei dat hij zich weer even in het Joure van zijn jeugd waande.

Don Marco is vorig jaar 30 geworden maar ziet er nog jonger uit. Ter gelegenheid van zijn verjaardag gingen we met het hele koor pizza eten. Verbaasd keken we op toen Don Marco met een knappe blonde vrouw aan zijn arm de pizzeria binnenkwam. Het bleek zijn moeder te zijn, maar het leidde natuurlijk wel tot 't nodige geginnegap.

Don Marco is ook altijd van de partij op onze oefenavonden. Hij is heel gedreven en heeft ook nog eens een mooie stem. Gelukkig keet hij wel altijd mee met de mannen die er bij de oefenavonden vaak een potje van maken. Ze giebelen en hebben de slappe lach en Monique moet ze regelmatig tot de orde roepen.

Op zondag na afloop van de mis verzamelt iedereen zich op het kerkplein. Van daaruit kijk je uit over de heuvels en zie je in de verte de Alpen liggen. Ik sta er als 't ware in een ansichtkaart en moet mezelf in de arm knijpen om me te realiseren dat het allemaal echt is. En als dan ook nog de zon schijnt en we daar zo gezellig bij elkaar staan na te praten, voel ik me helemaal op m'n plek.