WONEN IN ITALIË – De Buurvrouw
Opeens stond ze voor m'n neus. Een vrouwtje van mijn leeftijd met een lief gezichtje. Ik was net door mijn makelaar bij het huis afgezet dat ik sinds anderhalf uur het mijne mocht noemen. Het had nog niets vertrouwds, eerder iets vervreemdends. Ik gaf haar een hand en ze stelde zich voor als Grazia. "Ik zal je het nummer van mijn mobiele telefoon geven" zei ze. "Dan kun je me bellen als je bang bent. Zo'n eerste nacht in een vreemd huis, ik heb de hele nacht de telefoon op mijn nachtkastje liggen."
Op slag voelde de omgeving vriendelijker aan. Ik bedankte haar en stapte mijn huis binnen. Het kwam nog wel een beetje kil over maar dit zou heel gauw mijn huis worden, zo nam ik me voor. Ik zette de verwarming hoger en ging het bed dekken dat de vorige bewoners hadden laten staan. Toen wilde ik koffie gaan zetten, maar....koffie vergeten. Ja een huis zonder koffie, dat kan echt niet voor mij, dus ik trok m'n jas aan en liep naar 't dorpscentrum.
De enige winkel van Mombarcaro was vandaag gesloten dus was ik op de bar aangewezen. Annamaria stond achter de tap en begroette mij met een warme glimlach. Ik vertelde dat ik net in m'n huis was aangekomen maar vergeten was koffie mee te nemen. Gelukkig is koffie voor Italianen ook een eerste levensbehoefte en dus begreep ze mijn ontreddering.
Ze pakte meteen een papieren zak en vulde die met koffie die ze achter de bar in voorraad had. Ook deed ze er een lading suikerzakjes bij. Dankbaar vertrok ik naar huis en even later stond het koffiezetapparaat vriendelijk te pruttelen. Een koffie geur verspreidde zich door de keuken. Het begon zowaar al een beetje als 'thuis' te voelen.
's Nachts werd ik een paar keer wakker, dan keek ik door het raam naar buiten en wist dat daar achter de rolluiken aan de overkant Grazia lag te slapen met de telefoon onder handbereik. Gerust sliep ik weer verder.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.