WONEN IN ITALIË – De Bar

Om zeven uur ’s morgens gaat de bar open. Eerst komen de werklui in hun oranje hesjes: Michele, Ilario, Manuel. Dan Sara die de enige winkel om half 9 opent, Clara de dierenarts, Patricia van het postkantoor, de kapster, allemaal drinken ze hun espresso en sommigen nemen een brioche uit het vitrinekastje waar ze opgewarmd klaar liggen.

Als er geen bar was geweest in Mombarcaro had ik mijn huis hier niet gekocht. De bar is in ieder Italiaans dorp zo’n cruciaal ontmoetingspunt dat vaak op de verplichte sluitingsdag een briefje op de deur hangt met een verwijzing naar de dichtstbijzijnde bar die wel open is.

Het Piemontese dialect klinkt geanimeerd door de ruimte. Want zoals overal in Italië praat men dialect als men onder elkaar is. Ik mis hierdoor veel roddels want alles wordt in de bar besproken. ‘Iedere vlieg wordt hier opgemerkt’ zei mijn buurman me eens. Ja er is niet veel dat je hier verborgen kunt houden. Zodra ik me in het gesprek meng, of een vraag stel, schakelen ze over op Italiaans, dat dan weer wel.

Als het weer niet te slecht is, komt er ook een mannetje de kranten bezorgen. In iedere bar liggen kranten. Veel Italianen lezen de krant in de bar. Na de espresso of cappucino is het ‘ciao’ en haast men zich naar buiten. Het werk wacht.

De bar blijft de hele dag een centraal punt in het dorp. Op dinsdag en vrijdag houdt de dokter vlakbij spreekuur en wipt iedere patient voor of na het spreekuur even de bar binnen. Het postkantoor is op maandag, woensdag en vrijdag open en is pal naast de bar. Wie bij het postkantoor klaar is, gaat nog even buurten in de bar. Is het mooi weer dan zit het terras voor de bar vol. Vooral in de zomer zie je de Mombarakezen in een kring bij elkaar zitten, likkend aan een ijsje of met de eeuwige espresso.

Het hart van de bar is natuurlijk de barkeeper. Jarenlang stond daar de charmante Annamaria, maar sinds kort doet zij het rustiger aan. Het is nu heel verschillend wie er staat: de lieve Rino, een zachtaardige man die je op geregelde tijden met zijn poes door het dorp kunt zien wandelen, of de jonge Elisa, bruisend en eigenlijk verlangend naar een spannender leven.

Om 11 uur komt Augusto binnen. Een fieve tachtiger wiens vrouw al jaren in een rolstoel zit en die hij met hulp van derden zo goed mogelijk verzorgt. Ook Augusto heeft zijn eigen moment in de bar waar hij, nadat hij met zijn SUV door de smalle dorpsstraat omhoog is gereden, een glas campari drinkt en de krant leest. Zo heeft de bar zoveel verschillende functies, we zouden echt niet zonder kunnen.