WONEN IN ITALIË – De kunst van het koken
Ik kom de keuken van het dorpshuis van Mombarcaro binnen. En daar staan ze hoor, aan weerszijden van de lange, lànge keukentafel: de vrouwen van Mombarcaro. Opgestroopte mouwen, schorten voor. Ze zullen dit jaarlijkse varkentje wel weer even wassen: koken voor het Sint Anna-feest. Het hele dorp en vele bezoekers van buitenaf zullen vijf dagen lang in ons dorpshuis komen eten. En deze vrouwen gaan dat eten klaar maken. En ik help ze.
Het zijn niet de jongsten die daar staan. Ik schat de leeftijden zo tussen de vijftig en de tachtig jaar. Eentje ken ik niet: een vrouwtje met zwartgeverfd haar. Als ik me voorstel, zegt ze: "Hoe oud denk je dat ik ben?" Ik zeg maar wat, ze is onschatbaar, 79? 80? "94!!!" roept ze triomfantelijk.
Dan worden de gekookte aardappels op het werkblad gegooid. Ze gaan één voor één door een machine die ze verkruimelt. Het kruim wordt over de tafel uitgespreid. Dan wordt een schaal vol eierdooiers eroverheen gegooid, gevolgd door een bak meel. En daar gaan ze hoor. Allemaal tegelijk beginnen ze de smurrie te kneden. Handen klauwen zich in de aardappelmeel, al gauw ontstaat er een stevig deeg. De armen blijven onvermoeibaar in beweging, hier staan vrouwen die de Italiaanse keuken zijn faam hebben bezorgd. Maken zelf de pasta, bakken zelf hun brood, hun taarten en wat al niet meer.
Mijn bewondering is grenzeloos. Ik wil het ook zo graag kunnen, maar ik mis de basisvaardigheden. Ik ben er niet mee opgegroeid, had geen moeder die dit soort dingen vanzelfsprekend zelf deed en dat op haar dochter overbracht. Het was al heel wat als mijn moeder vroeger zelf koekjes had gebakken. Ze vond het ook een heel gedoe en was blij als ze in de koektrommel zaten en de keuken weer was opgeruimd.
Ondertussen zit ik met een groepje vrouwen aardappels te schillen en groente schoon te maken. Ze vertellen over vroeger. Er zijn geen jonge vrouwen in de keuken. Aan het werk? Of ontbreekt bij jonge Italiaanse vrouwen de ambitie om in de keukensloffen van hun moeders en oma's te gaan staan?
Gisteravond had ik een vrijwilligersdienst bij het Rode Kruis. Met twee jonge chauffeurs zat ik naast de telefoon, in afwachting van een oproep van 112. Maar er gebeurde niets en dus zaten we eindeloos te kletsen. Natuurlijk ook over eten.
Allebei hebben ze werk waarbij ze overdag rondreizen om kozijnen en apparatuur in huizen te plaatsen. Ze vertelden hoe vaak ze bij jonge stellen thuis komen waar de keuken amper wordt gebruikt.
"Vaak hebben ze voor tienduizenden euro's aan apparatuur in de keuken staan, maar het enige wat ze gebruiken, is de magnetron," vertelt Guglio.
"En hoe zit dat dan het bij jullie thuis?" vraag ik nieuwsgierig. "Mijn vriendin kan goed koken" zegt Giuglio."Ze heeft het van haar moeder geleerd. Ze gebruikt haar recepten." "En jij?" "Ik kan een paar recepten best goed maken" zegt Guglio. "Zoals pasta alle vongole.."
"Toen ik net getrouwd was deed ik het voorkomen of ik heel goed kon koken" vertelt Luca. "Ik stalde alle ingrediënten uit op de aanrecht, zette de pannen klaar, pakte een mes....en vervolgens viel ik vreselijk door de mand want ik kan er niks van" grinnikt ie. "Mijn vrouw heeft zo een maaltijd op tafel, maar als papa voor het eten moet zorgen, zie je m'n kinderen al bedenkelijk kijken. Gelukkig kookt m'n vrouw bijna altijd."
Er zijn gelukkig dus nog steeds jonge vrouwen die graag koken en de culinaire erfenis van hun moeder overnemen.
Hoewel ik het dus niet echt in me heb, waag ik zelf toch regelmatig een poging om zo'n heerlijke Italiaanse mamma te worden, en te bakken en te kneden dat het een lust is. Laatst vond ik mezelf terug in een keuken vol meel, op de aanrecht, op de grond, met deeg voor taart dat maar aan m'n handen bleef plakken en al gauw in m'n haar zat. Met de grootst mogelijke moeite heb ik een frambozentaart gefabriceerd maar duidelijk is dat ik hier niet echt voor in de wieg ben gelegd.
Ook een inspiratiebron is buurvrouw Grazia die mij liet zien hoe ze zelf pasta maakte. Eindeloos gingen, na het kneden en uitrollen, de vellen pasta door een apparaat waarna ze over de stoelen, de strijkplank, de kastjes en de tafel werden gehangen. En toen moesten al die lappen nog gesneden worden. Ging ook door de machine. Ik kreeg heerlijke verse pasta mee. Veel lekkerder dan uit een pak. Maar bij Andrea de slager kan ik al voor een paar euro verse pasta kopen die zijn moeder maakt. Ik mis denk ik gewoon het heilige vuur voor koken dat ik al dat gedoe er voor over heb.
Het liefst zit ik in een lekker restaurantje, zonder dat ik de oven in de gaten hoef te houden, of steeds moet kijken of er al iets aanbrandt. Dat neemt niet weg dat, naar mijn idee, al die Assunta's, Mariangela's, Pinuccia's, Maria's, Bruna's, Silvia's, Mariuccia's, Giugliana's, Grazia's een standbeeld verdienen, want aan vrouwen zoals zij danken we die onovertroffen Italiaanse keuken.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.