WONEN IN ITALIË – Levensritme
Mijn levensritme is in Mombarcaro totaal veranderd. Nu ben ik al jaren geen uitslaper meer, maar hier sta ik 's zomers al om zes uur naast m'n bed. Dan zie ik de rode strepen van de opkomende zon, hoor ik het gefluit van de vogels, de kerkklok die zijn zes slagen slaat. En dan heb ik het gevoel dat ik iets mis als ik nog langer in bed blijf.
Vaak ga ik eerst een uur lopen en daarna ontbijt ik meestal thuis. Ik zet thee en ga ik op m'n gemak de krant digitaal zitten lezen.
Om twaalf uur ga ik de keuken in om te koken. Het zwaartepunt van de maaltijden ligt hier op de lunch. Er zijn zelfs restaurants die 's avonds niet eens open zijn. Het bevalt mij heel goed dat warme eten tussen de middag. Ik maak dan vaak een lekkere pasta met tomaat en basilicum, of courgette met ei en kaas, broccoli, geglaceerde uien, walnoten, paddestoelen en andere variaties.
Na de lunch kun je hier een kanon afschieten. Tot drie uur zie je geen mens. Heb je werklui over de vloer: die verdwijnen om 12 uur en komen pas om drie uur weer opdagen.
Alleen ondergetekende gaat na het eten nogal eens in de tuin aan de slag, wat me al een paar keer bijna een zonnesteek heeft opgeleverd. Het is niet voor niks dat de mensen zich op het heetst van de dag koest houden. Het leven is hier aan het weer aangepast.
Dan niet onbelangrijk, het borreluur. In Nederland nam ik altijd om een uur of vijf een sherrietje of een biertje. Hier doe ik dat ietsje later, want ik eet ook later.
Maar zodra ik me geïnstalleerd heb met boek en borrel begint de pantoffelparade. Mijn buren komen hun huis uit en zoeken contact. Manuela komt met de kinderen de tuin in om te buurten. Rosa zit naast haar huis onder de pergola in een zitje vol stoelen die in korte tijd gevuld zijn met buurvrouwen en familieleden. Naast me bij de Piccinini's is ook iedereen in de tuin, blijven voorbijgangers bij het hek staan praten en menigmaal roept Silvana mij om bij hen in de tuin te komen zitten.
Als ik vraag of zij ook iets willen drinken, is het antwoord altijd nee. Zelden zulke sobere mensen gezien als Italianen. Ze drinken nauwelijks en gebruiken tussen de maaltijden door weinig. In de grote steden is dit trouwens wel aan het veranderen.
Vooral onder de jeugd. Ook hier doet de welvaart zich gelden met fastfood en steeds dikkere kinderen. Maar in Mombarcaro leven we nog 'come una volta' en zit ik op een gewone dag, zonder logé's of bezoek, in mijn eentje aan een biertje.
Het avondeten bestaat uit een lichte maaltijd om een uur of acht. Wat kaas, brood en fruit. Italianen eten 's avonds licht, geen pasta. Een soepje (minestrina), wat affettati (vleesbeleg), een stukje kip, wat groente, fruit, noten.
Italianen zijn ook geen nachtbrakers. Ik weet nog toen ik naar Rome liep in 2010, dat het na tienen heel stil werd. Alleen aan de kust en in andere vakantieplaatsen gaat het leven tot laat door.
Het leven begint ook weer vroeg. In de meeste plaatsen gaan de bars al om zes uur open, in Mombarcaro om zeven uur. In de zomer ontbijt ik na mijn loop-uurtje ook af en toe in de bar. Tussen zeven en acht zit het hele dorp er te ontbijten. Het is een leuk begin van de dag: Carpe Diem!
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.