WONEN IN ITALIË – Feestdag
1Mei is in Italië een nationale feestdag. In veel steden treden bekende artiesten op en overal zijn vakbondsmanifestaties. Hier in Mombarcaro moeten we het doen met het 'Festa del Primo Maggio' in het naburige Niella Belbo, een lintdorp waar normaal gesproken weinig spannends te beleven valt.
Aangezien het feest in Niella in de bar al dagenlang onderwerp van gesprek is, heb ik besloten me er volledig in onder te dompelen.
Ik parkeer m'n auto aan het begin van het dorp en wandel het centrum in. Al spoedig loop ik langs marktkraampjes met de gebruikelijke koopwaar. Het is nog niet erg druk. Mensen koesteren zich in de zon en kuieren op hun gemak rond. Ik zie Manuela, mijn buurvrouw, met Guglia en Mattia bij de kinderspelen staan.
Een groepje voor mij bekende Nederlanders, ook met kinderen, komt naderbij. Eén van de vaders heeft zijn zoontje op z'n schouders zitten. We begroeten elkaar, blijven even praten. Daar komen ook Ilse, Willem, Yvon, Flip en Priscilla aanlopen.
Op zeker moment wil iemand koffie drinken maar alleen buiten in de zon. Aangezien het terras van de bar in de schaduw ligt, nodigt één van deze landgenoten ons uit bij hem thuis koffie te komen drinken. Dan kunnen we zijn nieuwe huis bekijken en de tien jonge hondjes zien.
En zo vind ik mezelf, voor ik het goed en wel besef, terug in de tuin van het prachtige landhuis van Ronald en Lotte, niet met koffie maar met een glas mousserende witte wijn in de hand. De hondjes en hun twee zoontjes krioelen vrolijk door het gras en het ziet er niet naar uit dat het bezoek snel gaat opstappen.
Het feest boven in Niella is echter nog maar nauwelijks begonnen en bovendien heb ik begin van de middag met buurvrouw Grazia afgesproken. Dus ik blijf niet hangen.
Grazia staat al op het pleintje met zus Teresa en haar man en dochter Sabrina op me te wachten. Daar begint het eindeloze slenteren. Ik weet het nu van hen: iedere kraam wordt uitgebreid bekeken. Ik stel me er op in dat ze een half uur bij de sokken blijven steken, of eindeloos leesbrillen passen.
Bij de boekenkraam deelt Grazia mij plechtig mee dat ze me dit jaar een boek voor m'n verjaardag wil geven. Of ik er maar ééntje wilde uitzoeken. Ik kies een boek van streekschrijfster Tarditi en geef Grazia als dank een klinkende kus.
Opeens klinkt er een oorverdovend getrommel. Daar komt een optocht langs van mannen in pofbroeken met een tulband op hun hoofd. Voorop een trommelaar die het ritme aangeeft. Ze marcheren voorbij, draaien aan het eind van het dorp weer om en komen weer terug. Vervolgens verdwijnen ze in de verte.
Het leukste aspect van zo'n dag is eigenlijk dat je de hele tijd bekenden tegenkomt. Soms blijft het bij groeten alleen, maar vaak volgt er ook even een kort gesprek, zoals bij Simona en haar ouders.
Ook komen we verscheidene familieleden van Grazia en Teresa tegen aan wie ik telkens weer moet worden voorgesteld, al ken ik ze nog van de begrafenis van 'nonna' Delfina.
In de eerste jaren dat ik hier woonde, kon ik het geduld niet opbrengen voor al deze kneuterigheid, maar inmiddels heb ik geleerd ervan te genieten. Verheugd zwaai ik naar Silvia en Guido, hoewel ik die bijna iedere dag zie. Hoempapa muziek klinkt, de zon schijnt, daar gaan Simone en Laura, ze kijken me stralend aan.
Met Italianen eindig je op zo'n dag niet zo gauw met een alcoholische versnapering maar eerder bij een ijstent. Grazia trakteert ons en even later zitten we allemaal tevreden aan een tafeltje van ons ijsje te likken. Onderwijl laat Teresa mij op haar telefoontje allerlei foto's van familieleden zien die ik niet ken. Maar dat geeft niet.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.