WONEN IN ITALIË – Monesiglio
De dames achter de bar van café Europa in Monesiglio zijn hun dorp nog nooit uit geweest. Toch weten ze zeker dat je nergens lekkerder eet dan in Italië. Als ik zeg dat ik niet erg te spreken ben over de Italiaanse koekjes en het brood worden ze bijna link.
De volgende dag breng ik ze een pak speculaasjes. Ze worden geproefd met een gezicht of het de jaarlijkse test voor het koekje van het jaar betreft, maar dan moeten ze toch toegeven: mica male, niet slecht. Sindsdien kan ik geen kwaad meer doen. Als ik binnenkom, begroeten ze me met een brede lach.
Ik ga tegenwoordig steeds vaker naar Monesiglio. Het ligt naast Mombarcaro, ongeveer tien haarspeldbochten naar beneden. Vervolgens passeer je de brug over de Bormida en dan ligt het stadje daar aan de voet van een imposant kasteel. Het heeft een piazza met arcades, enkele winkels en een gemeentehuis.
Toen ik hier voor het eerst kwam, vond ik het wat grauw. Het is oud, van een likje verf hier en daar zou het erg opknappen. Toch viel ik al snel voor de charme van deze plaats door haar volstrekt onopgesmukte authentieke sfeer.
Op dinsdag is het markt in Monesiglio. Dan kom je met je auto nauwelijks door de hoofdstraat. Op straat staan overal groepjes mannen met elkaar te praten.
De piazza staat vol kramen. De markt is niet groot maar wel heel levendig. Ook de dames praten met elkaar bij en zelfs voor mij is het moeilijk om hier gèèn bekenden tegen te komen. Carla, Rosa, Mombarcaro is ruim vertegenwoordigd.
De bar, in de volksmond 'de bar van Romana', zit stampvol. De dames achter de bar zijn moeder en dochter, allebei met een kort zwart kapsel en een vriendelijk gezicht. Vaak kom ik hier koffie drinken met bekenden die ik op de markt tegen kom.
Afgelopen zomer werden er in Monesiglio concerten georganiseerd in de tuin van het kasteel met vooraf eten. Het waren drukbezochte avonden. Na afloop liepen we naar beneden naar de piazza. Bij het passeren van wat smalle straatjes en binnenpleintjes zag ik pas hoe schilderachtig Monesiglio kan zijn. De huizen baadden in het zachtgele licht van de straatlantaarns en ook hingen er overal bloemen.
Sinds kort heeft Monesiglio ook een klein museum. Het is de woning van de schrijfster Maria Tarditi, overleden in 2017. Maria Tarditi was onderwijzeres. Na haar pensioen zette ze zich aan het schrijven. Ze schreef romans gebaseerd op het leven hier in de Langhe.
Van mijn buurvrouw Rosa kreeg ik 'La Venturina' van Tarditi te leen en dat heb ik in één ruk uitgelezen. Het beschrijft het leven van de boeren in Monesiglio, eerst in de jaren '30 en vervolgens tijdens de 2e wereldoorlog. Dat doet ze erg goed. Je leest hoe het leven helemaal werd bepaald door de seizoenen. Nòg is dat hier veel meer het geval dan bijvoorbeeld in Nederland.
Ook beschrijft ze de invloed van de oorlog op het dagelijkse leven. Uitmondend in de geweldadige laatste periode. Hoe de mensen al van verre het grommende geluid hoorden van een colonne Duitse militaire voertuigen die vanuit Mombarcaro de weg naar beneden afreed, steeds dichterbij.
Over de tien partizanen die aan de brug werden opgehangen. En hoe de Duitsers meedogenloos wraak namen toen de colonne vanuit een kerktoren werd beschoten. Tien volstrekt willekeurige voorbijgangers werden op de piazza tegen de muur gezet en doodgeschoten.
De bar van Romana is het kloppende hart van het stadje. Als je hier 's avonds binnenstapt, waan je je even in een vooroorlogse film. Het hele café zit dan vol mannen. In het midden loeit een potkachel en rond alle tafeltjes zitten groepjes met elkaar te kaarten.
Nieuwsgierig nemen ze je op en kaarten weer verder. Nee, ze laten zich hier niet gek maken. Aan de overkant is het 'ufficio turistico'. Het ziet er armoedig uit, een verbleekt affiche hangt voor het raam. Niets over de bezienswaardige kerken die hier ook zijn. Nee, toerisme is hier geen prioriteit.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.