WONEN IN ITALIË – Bambini
Kinderen, dat is wat in Italië. Er zijn er ook maar weinig van. De meeste gezinnen hebben er maar één of twee. Iedere baby kan zich in overmatige belangstelling verheugen. Rondom iedere kinderwagen ontstaat al gauw een oploopje om de jongste aanwinst van het dorp te bewonderen.
Ieder kind is er eentje en maakt de kans op het voortbestaan van het dorp groter. Zonder kinderen zouden allerlei voorzieningen verdwijnen. Kinderen worden dus overladen met aandacht maar er wordt ook iets van ze verwacht.
Iedere ochtend stopt klokslag kwart voor acht de gele schoolbus hier voor de deur. De kindjes van mijn overburen, Mattia (7) en Guglia (4) staan met hun rugzakjes klaar en even later zie ik de bus voorbij rijden vol berugzakte kinderen.
Eros, een ander jongetje uit de buurt, is dan al boven aan de straat ingestapt. Vaak zie ik hem met zijn vader 's ochtends staan wachten. De tweeling Lucrezia en Eleonora, vrIendinnetjes van Mattia, staan verderop al klaar.
De schooldagen duren lang. Pas om kwart voor vijf 's middags stopt de gele bus weer voor de deur en tuimelen ze naar buiten. Moeder Manuela neemt ze meteen mee naar binnen waar ze een 'merinda' (tussendoortje) krijgen. Op school hebben ze tussen de middag warm gegeten en daarna geslapen.
Veel kinderen worden hier, naar mijn idee, overbeschermd opgevoed. Ze mogen niet rennen, geen tiramisu eten waar een druppel sterke drank in zit, moeten meteen na de lunch naar bed. Het eten wordt volledig aan ze aangepast. Willen ze alleen 'patattine' (friet) dan krijgen ze 'patattine'. De tv staat de hele dag op een zender die tekenfilms uitzendt en mijn buren slapen zelfs bij hun kinderen, hij bij zijn zoon en zij bij haar dochter.
Materieel ontbreekt het ze aan niets. De verjaardag van mijn overbuurjongetje was nog maar net achter de rug, hij was flink verwend met cadeautjes, of er werd hier met de pakketpost een heuse squad afgeleverd. Tja want zijn vriendje Lorenzo had ook een squad dus reed Mattia, nadat zijn vader het ding in elkaar had gezet, op zijn squad rond over de binnenplaats van hun huis.
Er is ook een andere kant. Als de ouders een restaurant of winkel hebben, is het de gewoonste zaak van de wereld dat de kinderen in hun vrije tijd in de zaak meehelpen. Toen Sara zich ernstig gesneden had en met een mitella aan in de winkel zat, stond haar tienerdochter alle dagen achter de toonbank om de klanten te helpen.
De kinderen gaan hier 5 jaar naar de lagere school en dan nog eens 3 jaar naar de 'scuola media'. Dan komt een belangrijk keuzemoment. Gaan ze door naar het lyceum 'de superiore' of kiezen ze voor een beroepsgerichte opleiding?
Als je dan in een dorp als Mombarcaro woont, betekent het sowieso veel reizen. De keuze voor een bepaalde richting wordt vaak mede bepaald door de bereikbaarheid. Een jongen uit het dorp vertelde mij dat hij voor electricien leerde, mede omdat hij dan iedere dag met zijn moeder mee naar Alba kan rijden.
De dochter van Sara is begonnen met de studie economie aan de universiteit in Cuneo. Het meisje is iedere dag zeker anderhalf uur onderweg om er te komen en dan weer anderhalf uur om thuis te komen. Op kamers wonen is geen optie. Dan trekken ze nog eerder in bij familie die in de buurt woont.
Kinderen. Ze worden echt gekoesterd. Maar uiteindelijk moeten die jonge mensen keihard knokken voor hun toekomst. Een baan vinden is moeilijk. Het is hier geen meritocratie, zo wordt me vaak onder de neus gewreven. Alles hangt af van je relaties.
Het is mooi om te zien dat die ooit zo 'verwende apen' meestal tot zulke leuke grote mensen uitgroeien.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.