WONEN IN ITALIË – Laureata
Dajana Milosevic is afgelopen dinsdag afgestudeerd aan de universiteit van Turijn. Voor haar ouders, vrienden van mij, een bijzondere dag. De kroon op 21 jaar ploeteren. Giorgio en Rada emigreerden naar Italië na de oorlog in Bosnië, waarin Giorgio beide ouders verloor.
Maar dinsdag is het feest. Hun dochter zal als eerste van de familie een universitaire graad behalen. Wat zijn ze trots.
Als ik om elf uur 's ochtends met mijn Amsterdamse vrienden René en Marco, die de familie al jarenlang kennen, bij hen thuis in Lesegno aankom, laat Giorgio meteen de prosecco kurken knallen. Het zal niet de laatste prosecco van die dag worden.
Dajana, de 'laureata', ziet er in haar nieuwe pak beeldschoon uit. Allemaal op ons paasbest stappen we in de twee auto's en vertrekken naar Torino.
In Italië wordt degene die afstudeert na de ceremonie getooid met een lauwerkrans. Dus eerst maar naar een bloemenwinkel. Vervolgens naar de universiteit. Daar staan voor de ingang meerdere groepen familieleden met een bloednerveuze 'laureata' of 'laureato' te wachten. Om de beurt worden de studenten met hun familie binnengeroepen. Dajana is de vierde.
Als het dan eindelijk haar beurt is, hobbelen we allemaal achter haar aan een armoedige zaal in. Het plafond is half open en de verf bladdert van de muren af. Dajana neemt plaats voor een commissie van drie heren. Na een korte inleiding van één van hen steekt ze van wal en geeft een vlekkeloze samenvatting van haar scriptie.
Ze studeert af in 'Talen en Culturen in samenhang met Toerisme' met een scriptie die de sterke en zwakke kanten van het toerisme in Bosnië Herzegovina duidelijk maakt. De heren lijken onder de indruk. Eén van hen prijst Dajana om haar onderwerpkeuze. Ze stellen nog een paar vragen en dan wordt haar en ons verzocht achter in de zaal te gaan staan zodat zij over het cijfer kunnen overleggen. Ik begrijp dat 110 punten het maximale is dat ze kan halen.
We mogen weer gaan zitten. Dajana krijgt inderdaad de maximale waardering: 110 punten 'con lode' d.w.z. 'cum laude'. Wij barsten allemaal in gejuich uit. Dajana blijft ogenschijnlijk nogal onderkoeld terwijl bij haar ouders de tranen over de wangen lopen.
Een pinnige dame verzoekt ons hierop het gebouw te verlaten en de festiviteiten zo ver mogelijk van het gebouw verwijderd voort te zetten. Als ik buiten kom, begrijp ik waarom. Buiten staan vlak voor de ingang een stuk of vijf groepen feest te vieren, daarbij prosecco ontkurkend en confettikanonnen afschietend.
Ook Giorgio blijkt er één bij zich te hebben. Rada deelt glazen met prosecco uit. De hele stoep staat vol fotograferende mensen met confetti in hun haren en een glas prosecco in de hand.
Na deze eerste emoties gaan we naar een bar waar we aan een ronde tafel worden gezet en het personeel onvermoeibaar schalen met hapjes en kannen vol drank begint uit te serveren. Dajana zit aan het hoofd van de tafel, vlak naast haar, haar vriendinnen.
Wij Nederlanders maken ons een beetje zorgen dat we zo veel te eten krijgen. We zijn immers ook nog uitgenodigd voor het diner 's avonds. Ik kan nu al haast geen pap meer zeggen. Giorgio rust niet voordat alles op is en Marco en René met rode hoofden van de drank en het eten de laatste Spritz uit een grote kan opdrinken.
Als we om een uur of zes buiten komen, worden we verrast door het prachtig verlichte centrum van Turijn. Het is ook spitsuur. In slakkengang verlaten we de stad.
In agriturismo 'La dimora del contadino' bij Mondovi is het diner. We zitten aan een lange feesttafel. De maaltijd begint met zes voorgerechten. En hoewel ik eigenlijk niet meer aan eten moet denken, gaan de 'antipasti' er toch nog wel in.
Even na twaalven vertrekken we. Eerst weer naar Lesegno waar de auro staat. Daarna naar Mombarcaro. René rijdt en Marco en ik hangen ongemakkelijk van al dat eten in onze stoelen.
Inmiddels is Dajana alweer met een nieuwe studie begonnen: economie, dus over een paar jaar doen we het allemaal nog eens over.....
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.