WONEN IN ITALIË – Vrienden te gast
Het is vakantie. De camping staat vol, Mombarcaro wordt overlopen door toeristen en ik krijg een mij totaal onbekende Nederlander aan de telefoon wiens drone op het dak van de kerk terecht is gekomen. Of ik misschien een ladder heb.
Ondertussen krijg ik mijn 'eigen' Nederlanders te logeren: vrienden uit Hilversum. Ik bereid me al dagen voor op hun komst. Dat ligt niet aan hen, maar zo zit ik nou eenmaal in elkaar.
Uiteindelijk zijn de bedden opgemaakt, zit de ijskast vol en heb ik allerlei suggesties voor hapjes en maaltijden opgeschreven. Ook reserveer ik alvast een tafel in een paar trattoria's voor de lunch, want met 'ferragosto' zit alles tot aan de laatste tafel vol.
Het huis is spic en span en op de ochtend van hun aankomst vind ik mezelf nog taartbakkend in de keuken met meel in m'n haar en deeg dat overal aan blijft plakken.
Maar alles is piekfijn in orde als ik om een uur of vijf getoeter hoor en de auto met mijn logé's komt voorrijden. Peter is mijn oudste vriend, Stans, zijn vrouw, is ook al jaren een vriendin en samen hebben ze drie prachtige, inmiddels volwassen, kinderen.
De oudste, Julia, is met haar ouders meegekomen om hen als gids terzijde te staan. Het zijn namelijk, evenals ikzelf, geen helden met GPS-systemen en tomtoms.
Het was leuk om te zien dat ze zich meteen 'thuis' voelden. Stans streek verrukt neer in een stoel die ze herkende van mijn foto's op facebook en van waaruit je prachtig over het dal kunt uitkijken. Dat zou dan ook alle dagen haar 'plek' blijven. Na een drankje en even bijpraten hadden ze alle drie een bank of stoel ergens in de tuin gevonden waar ze met een boek of laptop even tot zichzelf konden komen.
Het is niet altijd even gemakkelijk in te schatten wat logé's verwachten en zeker niet als ze met z'n drieën zijn. Het was voor hen de eerste keer dat ze in Italië waren. Dat had alles te maken met de baan van hun schoondochter aan het Lago Maggiore. Daarom hadden deze francofielen zich dan toch eindelijk de Alpen over gewaagd.
"Jij staat dadelijk in je eigen huis in de rij voor de douche" had een vriend me gewaarschuwd. Ik heb namelijk maar 1 douche en 1 wc. Maar dat viel allemaal reuze mee. Iedere ochtend verscheen iedereen rond half 9 fris gewassen aan het ontbijt. We ontbeten uitgebreid in de tuin.
Er ontstond al gauw een bepaalde routine. Iedere ochtend gingen we om een uur of tien in mijn kleine gele Panda op pad. Mijn gasten opgevouwen naast en achter me. Het gaf immers de minste stress als ik zou rijden, omdat ik hier de weg weet. Dus toerden we door het Barolo-gebied en bezochten we Murazzano en Bossolasco.
In Murazzano aten we zondag bij trattoria Lele 14 gangen, zo had Julia geteld. Exclusief de prosecco, wijn, vino santo, grappa en limoncello. De volgende dag aten we bij Loredana in Niella. Gelukkig geen 14 gangen, maar ook daar lieten ze je niet verhongeren. De Piemontese 'pranzo's' zullen hen nog lang bijblijven, zo verwacht ik.
Het valt niet mee om na die lunches nog tot enige activiteit te komen. Toen de dames maandagmiddag nog een extra uitstapje wilden maken naar Bergolo en Peter aan de bak moest omdat ik thuis wilde blijven, kostte het dan ook veel moeite hem hiervoor op te porren. "Peter ligt opgebaard op bed" hoorde ik Stans lakoniek tegen haar dochter zeggen.
Toen het zondagavond wat koeler werd, besloten we films te gaan kijken. De zitkamer werd wat aangepast, ik zette hapjes en drank binnen handbereik. Vervolgens keken we naar 'Big Night' van Stanley Tucci en Campbell Scott en 'Death in Venice' van Visconti.
In mijn huis was het inmiddels gezellig rommelig. De spullen van m'n logé's hadden zich door alle kamers verspreid, in de keuken stond een droogrek vol was en ook mijn apotheek kwam van pas ivm muggenbulten, dikke voeten en rare plekjes.
Na een paar dagen wilden ze graag naar de stad. Turijn lonkte met zijn prachtige binnenstad en vele musea. Vergezeld van duizenden tips en raadgevingen mijnerzijds vertrokken ze dinsdag.
Hoewel ik het idee had dat m'n huis een slagveld was, viel het allemaal reuze mee. Wat bleef, was een gevoel van heimwee. Gelukkig stuurde dochter Julia steeds foto's uit Turijn zodat ik ze nog even kon blijven volgen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.