WONEN IN ITALIË – Tussentijd

Het is bewolkt, maar droog. Kom net terug van m'n dagelijkse wandeling. Ben altijd buiten adem omdat je hier, waar je ook heen loopt, altijd weer naar boven moet, om thuis te komen. Mombarcaro is nu eenmaal het hoogste punt van de Langhe.

Ik spaar mezelf niet, want ik weet dat het goed is voor m'n hart en longen. Ik wil sterk zijn als het covidmonstertje onverhoopt m'n lijf binnenkomt.

Vannacht werd ik om vier uur wakker. Ik dacht opeens dat ik niet goed kon ademhalen. Ik wilde de buik-ademhaling gaan oefenen, maar lag binnen de kortst mogelijke tijd blazend en piepend in bed.

Als ik me bewust op m'n ademhaling concentreer, krijg ik het juist altijd benauwd, ook nu weer. Ik ging maar een stukje lezen. Misschien zou dat me afleiden van die hypochondrie.

Gisteren was ik uit eten met mijn Duitse vriendin. Oh, als het toch eens voorbij was, zeiden we tegen elkaar. Dan gaan we naar Turijn en we gaan naar Rome. De ideeën en toekomstplannen buitelden over elkaar heen. "We moeten profiteren" riep Uschi. "Nu zijn we nog gezond en fit, niks meer uitstellen".

De realiteit is helaas heel anders. Waarschijnlijk wordt Piemonte dit weekend van geel weer oranje en dan moeten alle bars en restaurants weer dicht. Die zijn nu alweer drie weken open.

En ze zitten stampvol. Wanneer je ook uit eten gaat, in het weekend of door de week, de restaurants zijn 'pieno zeppo' zoals de Italianen zeggen. Iedereen grijpt zijn kans, want je weet nooit hoelang alles deze keer open blijft.

Gisteren begonnen met de schade in m'n tuin op te nemen en een beetje op te ruimen. Veel planten zijn onder de sneeuwlast afgebroken en na bijna 14 jaar is de tuintafel van Cor bezweken.

2007. Ik zie ons nog samen in de auto zitten. Die tuintafel lag voor een deel in de achterbak maar stak er ook ver uit want de klep kon niet dicht. Een beetje baldadig letten we op of er geen politie in de buurt was.

Na Cors dood, een jaar later, zette ik hem ieder jaar in de beits om hem zo lang mogelijk bij me te kunnen houden. Hier in Mombarcaro viel er al telkens een poot onderuit en bleek ie behoorlijk verrot. Vandaag heb ik de losse delen bij de afvalbakken neergezet. Dag tafel.

Zoals iedereen, snak ik naar het voorjaar en maak ik plannen. Ik ga m'n tuinstoeltjes schilderen, een nieuwe tafel kopen... Ook Grazia en Guglio zijn voor het eerst naar hun 'orto' geweest. Grazia stond alweer met een tas vol aardappels, appels en kiwi's voor de deur.

En wat zijn de poezen blij, dat ze weer naar buiten kunnen! 's Ochtends zitten ze jammerend voor het kattenluik. Ik laat ze pas buiten als het licht is en ik zeker weet dat de vossen, wolven en ander gespuis op één oor liggen. Dat is tegen half acht.

Zondag kreeg ik nog een klein beetje carnaval mee. Natuurlijk ging het jaarlijkse dorpsfeest niet door. Maar zondagmiddag werd er opeens op m'n voordeur geroffeld. Toen ik de deur opendeed stonden daar vijf verklede meisjes die me toezongen en me met confetti bekogelden.

Op een verlate kraamvisite kreeg ik even later een carnavalslekkernij aangeboden: 'bugie' gefrituurde koekjes met poedersuiker. 'Bugie' betekent 'leugentjes'. Die wil je met carnaval nog wel eens nodig hebben. Ze waren gemaakt door Lucrezia, een meisje uit het dorp.

Nog dagenlang kwam er confetti uit m'n haar en m'n kleren gedwarreld en door de dorpsstraat liep een spoor van sterretjes en kleurig papier. Onze jeugd houdt de moed erin. Ze doet wat wel mag om het leven een beetje op te vrolijken.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.