WONEN IN ITALIË – 'In partenza'
Het is weer zover. Ik ga naar Nederland. Voor vijf weken deze keer in verband met de feestdagen. Het klinkt simpel maar de voorbereidingen hebben doordat ik zolang weg ben in de winter veel weg van een militaire operatie.
Al weken van te voren begin ik extra kattenvoer in te slaan opdat Grazia, die voor mijn poezen zal zorgen, genoeg voorraad heeft.
De tuin moest voor vertrek winterklaar zijn dus Agapanthussen ingepakt, alles zonder pardon gesnoeid, tulpenbollen geplant, de tuintafel ingepakt, tuinstoelen binnengezet plus enkele planten, groente uit de moestuin gehaald om nog voor vertrek op te eten (broccolisoep! spruitjes!).
Vanaf een week voor de vertrekdag neemt bij mij de spanning toe. Laatste afspraken, een etentje, nog twee ochtenden in touw voor het Rode Kruis. Dan enkele dagen voor de vertrek: grote schoonmaak. Het hele huis neem ik onder handen.
De was, alles wat mogelijk in mijn koffer terecht kan komen, moet gewassen. Met als gevolg dat ik er de laatste dagen een beetje merkwaardig bijloop want dan draag ik alleen nog maar kleren die ik allang heb afgeschreven en weg had moeten doen als ik in staat zou zijn ooit iets weg te gooien.
Dan kijk ik mezelf op een ochtend kritisch aan in de spiegel en zie een soort ragebol rondom een bleek gezicht, haar dat alle kanten op staat en ik besef: de kapper! Ik moet beslist ook nog naar de kapper.
En zo komt het dat ik de laatste ochtend voor vertrek begin bij 'pettinatrice' Rosalba. Ik ben supergestresst. Moet nog cadeautjes kopen en nog meer kattenvoer en pellets en geld pinnen....
Rosalba keuvelt met een klant en rolt op haar gemak plukje voor plukje haar in een stuk zilverpapier. Gelukkig heeft ze al gauw in de gaten dat ik onrustig op m'n stoel zit te draaien. Als ik het haar uitleg, snapt ze het gelukkig meteen en neemt ze m'n haar in een uurtje onder handen.
Het is zulk fantastisch weer dat ik na mijn boodschappen besluit boven op de 'piazza' voor de bar te lunchen met een broodje. Ik wil mijn glimmend schone fornuis niet meer vies maken.
De zon brandt op mijn netgekapte hoofd. Het lijkt wel 25 in plaats van 15 graden. Na al dat gestress kom ik een beetje bij. Het schitterende uitzicht vanaf ons plein op de besneeuwde Alpen zal ik vijf weken moeten missen.
Als iedereen bezocht is die nog bezocht moest worden (buren verwachten beslist dat ik ze even gedag kom zeggen) en de koffer en tassen in de auto zitten en de tank is gevuld neem ik nog even mijn poezen op schoot.
Ze hebben het allang in de gaten. Gisteravond toen ik wat stapeltjes kleren op m'n bed had uitgestald, ging Pino boven op een wintertrui zitten en kwam er de hele avond niet meer af.
"Grazia komt voor je zorgen en over vijf weken ben ik weer terug" mummelde ik in z'n oor. Maar hij bleef onbewogen voor zich uitstaren. Alsof ie wilde zeggen: ja, ja, het is goed met je. Ik zit hier vijf weken in de kou en zonder knuffels.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.