WONEN IN ITALIË – Herfst wordt menens

Woensdagavond toen ik naar bed ging, hing er buiten voor het eerst sinds tijden een dikke mist. Om half vier schoot ik wakker doordat de straatverlichting opeens uit ging. Na een tijdje floepten de lantaarnpalen weer aan.

Gistermorgen was het vies, mistig, nat en grijs weer. Het regende eindelijk maar niet uitbundig.

Het heeft dit najaar nauwelijks geregend. Daarom blijven de bladeren heel lang aan de bomen zitten, verkleurd in allerlei tinten geel en bruin. De herfst liet zich hierdoor van haar mooiste kant zien, heuvels overdekt met bossen in allerlei kleurschakeringen.

Een boer zei deze week nog wanhopig tegen mij: wat moeten we doen als het niet gaat regenen? Ikzelf heb ook regen nodig voor m'n tuin. Ik wil de moestuin verplaatsen maar als de grond zo hard en droog is, is het moeilijk een nieuw stuk grond om te spitten.

Tuinvriend Giorgio heeft al belangrijk werk verzet. Het uitzicht over het dal en de heuvels vanaf mijn terras werd steeds meer verpest door een rij bomen die aan de onderkant van mijn tuin grenst.

De bomen gingen zo snel de hoogte in dat ik op sommige plaatsen alleen nog maar tegen boomkruinen zat aan te kijken. Giorgio zou er wat aan doen. Hij zou de toppen van de bomen afzagen.

Ik hield m'n hart vast. Hij sleepte een ladder naar de bomen toe en daarna hoorde ik alleen nog een zagend geluid en zag ik takken heftig op en neer bewegen. De kruin van de hoogste boom kwam met veel gekraak naar beneden.

Daarna was het erg stil. "Alles goed Giorgio?" vroeg ik angstig. Gelukkig antwoordde hij meteen. Nu het klaar is, is het verschil heel goed te zien. Ik zie zelfs wijnterrassen waar ik die nooit had vermoed.

Het lijkt erop dat het nu echt menens wordt met de herfst. Ik heb me gisteren tegen covid laten inenten. Twee weken daarvoor de griepprik. Het hoort allemaal bij het winterklaar maken. Van de tuin maar ook van mezelf. Ik wil niet ziek worden.

Ondertussen maakt Italië zich op voor I Santi: Allerheiligen en Allerzielen. Bij de kerkhoven lopen mensen af en aan met bloemen voor bij de graven van hun geliefden. Zelf breng ik hier ook ieder jaar bloemen naar drie graven.

Al die tradities, ze scheppen een band en ze geven een zeker ritme aan het leven. Je komt elkaar op de begraafplaats tegen, kletst even en weer verder. Het kerkhof ziet er met zijn lichtjes en met de vele bloemen feestelijk uit.

Vanavond zullen de kinderen weer langs de deuren gaan, Halloween! Verkleed als heksen en andere griezelige wezens zullen ze hun liedjes zingen. Ik heb al twee zakken snoep klaar liggen.

In het café in Niella Belbo is vanavond een Halloween diner, onze vrijdagmiddagborrel zal dus behoorlijk uitlopen. We hebben een tafel voor twaalf. Eerst moest ik er niet aan denken. Weer eten, dacht ik, maar het is ook leuk om even bij te praten. Dus misschien ga ik toch.

De zaterdag van Allerheiligen is als een zondag. Alle winkels zijn dicht en om drie uur moet ik in onze parochiekerk zingen, samen met onder meer Paola, Daniela en Rosa. En zondag is er weer een mis.

En zo komt langzamerhand de Kerst in zicht. De 30e november vertrek ik naar Nederland en zal daar de hele maand december blijven. Ik ben al druk met het maken van afspraken en het regelen van logeer-adressen. Het leven kabbelt verder.

  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.