WONEN IN ITALIË – Zomaar een weekend
Maandagmorgen werd ik wakker van een geluid dat me deed denken aan knappende takjes. Ik sloop mijn bed uit richting raam. Misschien was het dat wilde zwijn dat de buurman eerder deze week om vijf uur 's ochtends tussen onze tuinen had zien lopen. Maar nee.....het regende!!!
Hoewel de tuin snakt naar water moest ik toch even slikken. Een dikke mist hing in het dal. Zou de herfst nu al beginnen? En dat na het prachtige weekend dat we net achter de rug hadden. Hoewel, eigenlijk begon het een beetje droevig.
Toen ik zaterdagmorgen boodschappen ging doen bij Sara, trof ik daar één van m'n favoriete oudere dames. "Cri wil jij me even helpen de boodschappen naar huis te dragen?" Natuurlijk. Ik liet m'n tas en mand met boodschappen staan en pakte haar tas over. "Kom je zo koffie drinken?" Dat zou ik zeker doen. Deze vriendin en haar man gaan door een moeilijke tijd want hij is geopereerd aan darmkanker.
Als ik later bij hen aan tafel zit, loopt hij voortdurend op en neer van de kamer naar de wc. De darmen willen nog niet op gang komen. Wanhopig zijgt hij op de bank neer. De dokter heeft gezegd dat dit erbij hoort, maar hij heeft geen moed meer, zegt hij.
Zijn donkere ogen kijken me vanuit zijn broodmagere koppie droevig aan, terwijl zijn oren wijd lijken uit te staan. Ik heb zo met hem te doen. Ik loop naar hem toe en druk z'n hoofd even troostend tegen m'n borst en aai hem over z'n schouder.
De tranen springen me in de ogen. Ik geneer me. Wat hebben ze aan iemand die mee gaat zitten huilen? Maar bij het weggaan drukt zij stevig mijn hand en loopt hij tot aan het hek mee.
Gelukkig wacht me 's middags een vrolijk verjaardagsfeest bij mijn Genovese buren. Dochter en kleindochter zijn de feestvarkentjes. Met z'n twaalven zitten we aan een lange tafel in de tuin. Het 'distanziamento' (afstand) is ver te zoeken. De laatste gast, Marieangela, begroet iedereen met een klinkende zoen. De ellebooggroet haat ze, zegt ze, daar doet ze niet aan.
We zingen 'Tanti auguri' en dan komt Silvana naar buiten met een knots van een taart. Wij halen onze cadeautjes te voorschijn en het uitpakken kan beginnen. Francesca die 40 is geworden, is zeker zo blij met de cadeautjes als haar dochter van acht. Ik eet me ziek aan de taart en de mierzoete wijn die erbij geserveerd wordt.
Zondagmorgen ga ik naar Monesiglio, koffiedrinken met koorgenoot Natalina. Ik zing niet meer mee zolang de pandemie voortduurt, maar wil wel graag contact blijven houden.
Natalina is net deze week met pensioen gegaan. "En hoe vind Giovanni dat?" Vraag ik. Giovanni is haar man die met een cowboyhoed op naast haar zit. Die vindt het verschrikkelijk, vertelt ze, want hij is nu volledig z'n vrijheid kwijt. "Ik controleer hem nu" zegt ze met een ondeugend lachje "En ik wil voortaan 1x per maand uit eten." Giovanni ging nl. wel een paar keer per week buiten de deur eten toen Natalina nog werkte. Hij weigerde zelf te koken.
Ik loop met haar mee naar de kerk waar Monique de eerste orgeltonen al inzet. Er komt nog een ander koorlid aanlopen die me ook hartelijk begroet.
Ik heb het maar druk deze zondag want er staat nog iets op het programma. Eva Menzio opent een nieuwe tentoonstelling op haar prachtige landgoed in Lunetta. Moderne kunst. Speciaal voor de inwoners van Mombarcaro zullen vanmiddag busjes op en neer rijden om de mensen naar Lunetta te brengen.
Ik ga natuurlijk te voet en loop er op m'n gympen en in spijkerbroek naartoe. Maar onderweg kom ik veel modieus geklede dames tegen die dezelfde wandeling goed gekleed op iets elegantere schoenen maken. Voel me 'underdressed' zo heet dat toch? Maar probeer het van me af te zetten.
Om een uur of zes wordt het echt druk bij Eva. Artistiekelingen in kekke jasjes, jongelui in overwegend zwart-wit en aardappelboeren op hun paasbest. Het krioelt allemaal door de uitgestrekte tuin, die afloopt naar de rivier de Belbo.
Na de corona-registratie wordt meteen bij de ingang een goede wijn geschonken dus met een bekertje in de hand kun je de verschillende expositie-ruimten doordrentelen. Later komt er ook nog pizza en focaccia. Alles georganiseerd door die kleine vrouw met grijze krulletjes die vandaag door de corona-sjaal voor haar mond wel iets van een piraat heeft.
Ook in de tuin staan beelden. Vooral de twee herten zijn populair. Iedereen wil met ze op de foto. Als ik om een uur of half zeven terug wandel, kom ik nog steeds mensen tegen die op weg zijn naar de 'mostra'. Het is geweldig hoe Eva in Lunetta twee werelden bij elkaar brengt: boeren uit deze streek en kunstminnaars uit de grote stad. Hier moèt wel iets moois uit voortkomen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.