WONEN IN ITALIË – Vriendenbezoek aan Monteisola

Mijn vriendin Vilma werd 70 dus ging ik een paar dagen naar het Iseomeer om haar verjaardag te vieren. Vilma heeft samen met haar man Silvano, diens broer Sandro en zijn vrouw Antonia een hotel op Monteisola, het eiland dat in het meer ligt.

Het was jarenlang mijn toevluchtsoord, als de verzorging van Cor te zwaar werd, en als rustplaats tijdens mijn pelgrimage naar Rome en vaak ook gewoon voor een weekje vakantie met veel wandelen en lekker eten. Zo ben ik met de twee echtparen en zoon Nicola bevriend geraakt.

Het weer bij vertrek kon haast niet slechter zijn. Dikke mist, regen. Toch koos ik ervoor binnendoor naar Alessandria te rijden en pas vanaf daar de autostrada te nemen. Wat ik al gehoopt had, gebeurde ook: de mist trok snel op. En zo reed ik via Feisoglio, Cravanzana, Cossana Belbo, Santo Stefano Belbo richting Alessandria, genietend van de heuvels in herfstkleuren.

Om drie uur was ik op het eiland. Het restaurant van het hotel zat nog vol. Het was de zondag voor 'I Santi', Allerheiligen en Allerzielen. Dat betekende een lang weekend vrij voor de Italianen, de mensen liepen in drommen over de weg langs het meer. Jammer dat de weersvoorspellingen niet best waren.

Het goot de volgende dag. Maar ik was toch vastbesloten mijn vaste wandeling: het eiland rond, te maken. Tot de bar van Tina in Siviano liep ik zonder paraplu. Ik warmde me er op, dronk een warme cappuccino maar toen ik weer wilde opstappen, greep Tina in. Ze dwong me een paraplu van haar mee te nemen. En zo liep ik de tweede helft braaf onder een paraplu.

Terug in Peschiera Maraglia de hele middag met Antonia en Nicola zitten kletsen. Espressootje erbij. Het voelt daar echt als een tweede 'thuis'. Vooral als ik eind van de middag met Sandro voor de tv zak, ieder op een bank en Antonia een biertje met een bak chips neerzet. We kijken en we kletsen wat. Tot we worden geroepen voor het eten.

Dinsdag was het opeens weer stralend weer. Ik had afgesproken met vriendin Paola in Iseo. Ze is eigenaresse van een boekhandel daar, die sinds de pandemie, loopt als een trein. Dat komt door haar dochter. Die moest noodgedwongen haar baan in de reiswereld opzeggen en besloot haar moeder te gaan helpen.

Ze verbouwden de winkel zo dat de benedenverdieping helemaal bestemd is voor kinderboeken, videospelletjes en leerzaam speelgoed, terwijl de ouders boven in de volwassen collectie kunnen neuzen. Ook maakt Guglia iedere dag een promotiefilmpje en zet dat op facebook. Als kers op de taart gaan ze ook weer auteurs uitnodigen om over hun boek te komen vertellen.

Paola is altijd superhartelijk. Ze nam me mee naar boven en bij de koffie begonnen we als gekken over en weer over onszelf te vertellen. Dat kon ook niet anders want de telefoon ging iedere keer en ook stond er telkens een klant in de winkel. We spraken af dat ik haar de volgende keer eerder m'n komst aankondig en we dan ergens 'rustig' gaan eten.

Met een stapeltje boeken verliet ik de winkel en ging ergens op een terras in de zon zitten lezen. Later in La Foresta konden we nog tot een uur of vijf op het terras zitten.

De volgende dag zouden we zowel Vilma's als Antonia's verjaardag vieren, Antonia is de 16e ook jarig maar dat betreft geen kroonjaar. Het werd weer een flinke aanslag op m'n gezondheid. Silvano en Vilma namen me mee naar een restaurant waar het ook vol zat met bankpersoneel dat daar tussen de middag komt lunchen.

Silvano had heerlijke wijn laten aanrukken, ik at weer veel te veel en de klap van de man met de hamer kregen we toen na het dessert ook nog een portie 'Babà' werd aangeboden, Napolitaanse cake gedrenkt in sterke drank. Enigszins tollend ging ik de boot op.

's Avonds had Antonia een etentje georganiseerd met vrienden uit Iseo en ondergetekende. Gelukkig was bij mij het eten van die middag gezakt, want Antonia had erg haar best gedaan. We voerden heftige discussies en toen ik de vriendin, toen ze weggingen, hoorde roepen dat het een 'bella serata' was geweest was ik opgelucht. Ik had me namelijk nogal opgewonden over hun geklaag over de Zuid-Italianen die ook in dit gezelschap weinig goed konden doen.

's Nachts lag ik op mijn kamer naar de golfjes in het meer en naar het gesnater van de eenden te luisteren. De volgende morgen weer terug naar Mombarcaro. Zorgzaam pakte Antonia bij mijn vertrek een knoeperd van een pot zelfgemaakte jam voor me in en een fles olijfolie van eigen bodem.

Misschien komen ze deze winter langs maar voorlopig zal ik iedere ochtend bij een krackertje met hun jam aan ze denken.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.