WONEN IN ITALIË – Vrienden
Ik zit heerlijk met m'n pantoffels voor de houtkachel. Het weer is beroerd, dus ik hoef even niks. Niet te lopen, nergens naartoe. Hier was ik wel aan toe na vier weken rondreizen door Nederland.
Als je, zoals ik op latere leeftijd in het buitenland gaat wonen, betekent dat, dat je in Nederland een vriendenkring achterlaat. Tenminste zo is dat bij mij. Vrienden die ik al dertig/veertig jaar ken, die m'n ouders hebben gekend en met wie je heel wat avonturen hebt beleefd.
Natuurlijk heb ik in Mombarcaro ondertussen ook nieuwe vriendschappen gesloten, maar dat betekent niet dat mijn vrienden in Nederland minder belangrijk worden. Zeker niet. Ik zie mijn vrienden een paar keer per jaar en we bellen, mailen en appen voortdurend.
In december ga ik altijd iets langer naar Nederland en probeer ik iedereen op te zoeken. Zo ook dit jaar. Vier weken heb ik rondgereisd om met vrienden maar ook met familieleden tijd door te brengen. Het was lang en veel.
Het was ook fantastisch leuk, want wat ben ik verwend! Met uitstapjes, met etentjes, met een concert. Maar ook alleen al het samen zijn en bij te praten was heerlijk. Ik reisde van Eindhoven naar Amsterdam, van Bussum naar Schiermonnikoog, naar Uden, Grootebroek en Mook en heb in acht verschillende bedden geslapen. Steeds op pad met m'n koffertje en mama's beautycase.
Ik was ook weer heel blij om thuis te komen. En zoals het hier altijd gaat: voor je het weet, draai je weer volop mee in het dorpsleven van alledag. Zo zat ik twee uur na aankomst alweer in de kroeg, terwijl ik dat toch echt niet van plan was.
Maar een vriend die een tafel kwam ophalen die ik uit Nederland voor hem had meegebracht, zei dat er vrienden naar de bar zouden komen die de volgende dag terug naar Nederland zouden rijden en die mij nog even gedag wilden zeggen.
Ja, wat doe je dan? Om zes uur meldde ik me bij het borreluur en ik was ook heel blij mijn vrienden van hier weer te zien. Ik was behoorlijk hyper, dronk mijn biertje en ging bijtijds weer naar huis waar mijn bagage half uitgepakt in de gang stond.
Daar ging de klopper: buurvrouw Silvana. "Ik heb je gebeld maar je reageert helemaal niet!" Of ik met ze mee wilde eten. Ik bedankte en ging even later naar Grazia en Guglio voor wie ik allebei iets had meegebracht.
Na krap een week heb ik het gevoel dat ik alweer een eeuwigheid thuis ben. Ik voeg me naar de basale activiteiten die hier een groot deel van je dag in beslag nemen. Ik sjouw hout naar binnen, vul de palletkachel bij en heb ook nog de verwarming aan staan. Het weer is pet dus alle kachels loeien.
's Avonds ga ik naar bed met twee warmwaterkruiken. Na 1 dag mooi weer is het nu mistig en vochtig. Ik drink koffie bij Rosa, bij Bruna, bij Grazia. Ondanks de mist heb ik gisteren toch ook weer een heel stuk gelopen. Voor een bezoek aan mensen die ook hele goeie vrienden dreigen te worden.
Op de terugweg stopt de ene auto na de andere voor me. "Kan ik je een lift geven?" Een aardige mij onbekende meneer. Dan Carla de koster in haar Panda. Raampje naar beneden. "He Cri, hoe is het?"
Een tractor haalt me in met een grote rol hooi in zijn graai-arm. De bestuurder steekt z'n hand op. Ik zwaai terug, al zie ik niet goed wie het is. Ik loop door en zwaai nog een paar keer. Ja, toch weer helemaal thuis.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.