WONEN IN ITALIË – Voetbal
Het is negen uur in de avond en ik lig al in bed. Morgenochtend wil ik om vijf uur in de Panda naar Nederland vertrekken, dit om de ochtendspits bij Turijn te vermijden.
Bij 'leven in Piemonte' hoort ook heel veel op en neer reizen naar familie en vrienden, zeker als je zoals ik nog een moeder van 95 hebt. Die wil ik toch zeker om de zes à acht weken bezoeken.
Maar goed, ik lig belachelijk vroeg in bed maar doe geen oog dicht. Naast mij in de tuin bij de Piccinini's breken de kinderen de tent af, wat wil je op zo'n heerlijke zomeravond....
Daarnaast ben ik onrustig omdat zojuist de EK-voetbalwedstrijd Engeland - Denemarken is begonnen. Ik lig tot bij twaalven op m'n telefoontje de uitslag te zoeken. Ik had beter gewoon kunnen kijken.
Zoals vrijdag toen de Italianen van de Belgen wonnen. Op de piazza zat het hele dorp voor een televisie die Rino daar had neergezet. Na afloop kuierde ik naar huis. De buren stonden in de tuin en Edoardo schreeuwde: "Waar blijven nou de toeterende auto's met vlaggen?"
"In Mombarcaro?" reageerde ik. "Ik zie Gino hier niet op z'n tractor vlaggend voorbij komen". Daarvoor moet je op de Piazza del Popolo in Rome zijn. Daar stonden duizenden 'tifosi' te hossen en te juichen.
De Piccinini's vroegen vervolgens of ik dinsdag bij hen kwam kijken naar de wedstrijd Italië - Spanje. Silvana zou lekkere hapjes maken en ik zou bier meenemen.
Het werd een rare avond. Na gezellig te hebben gegeten flashte mijn telefoontje het nieuws dat Peter R. de Vries was neergeschoten.
Het gevolg was dat ik de hele wedstrijd weliswaar naar de beelden op tv keek, maar toch ook voortdurend het nieuws op m'n telefoon in de gaten hield.
Naarmate de wedstrijd langer duurde, raakten we steeds meer in de stress. We vonden alle drie dat de Spanjaarden beter waren. Voortdurend waren ze in het bezit van de bal.Toen de Italianen uiteindelijk toch met strafschoppen wonnen, stonden Silvana en ik als gekken te springen.
Buiten hoorde je nauwelijks enig gerucht uit het dorp komen. Net toen ik m'n huis binnen wilde stappen, kwam Valter, de zoon van Grazia, z'n huis uitlopen. "We hebben gewonnen hè?" riep ie me toe, op zoek naar andere blije supporters.
De finale zal ik zondag in Nederland zien. Hoe het ook afloopt, ze hebben het sowieso al geweldig gedaan. Ik gun ze het kampioenschap zeer, die aardige trainer Mancini en zijn doodzieke assistent en hartsvriend Vialli.
Het zou een geweldige oppepper voor het land zijn, maar ik zie het nog niet gebeuren. Al zullen Chiellini en Bonucci bij overmacht van de Engelsen zeker het aloude 'catenaccio-systeem' in ere herstellen.
(Moet je mij nu horen. Het lijkt wel of ik er verstand van heb!)
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.