WONEN IN ITALIË – Toto

Rouw om een dier is natuurlijk niet te vergelijken met die om een mens, maar toch kun je er behoorlijk beroerd van zijn als je huisdier dood gaat. Dinsdag heb ik mijn poes Toto moeten laten inslapen.

Tijdens de euthanasie bij de dierenarts heb ik mijn ogen uit mijn hoofd gehuild. Twee keer ben ik nog teruggelopen naar de behandelkamer om dat dode lijfje nog een laatste keer te knuffelen.

Eenmaal thuis zie ik hem overal lopen. Tientallen keren per dag door het kattenluik, de trap op naar boven, 's avonds liggend in zijn hoekje op de bank terwijl ik naar de journaals kijk.

Toto begon in april opeens mank te lopen. Hij trok steeds zijn linkerachterpoot op en liep op drie poten verder. Zeker bij een sprong verkeerd terecht gekomen, dacht ik eerst. Of misschien gevochten met een andere kat.

Ik ging tien dagen naar m'n zus in Frankrijk en ondernam niets. Toen ik terugkwam, was z'n poot enorm opgezwollen. Ik belde nog dezelfde dag de dierenarts. Die schrok toen hij Toto onderzocht.

Die poot kon eigelijk alleen maar duiden op een tumor, zei deze arts dus moest ik met mijn kater naar de oncoloog. Die liet een biopsie afnemen uit Toto's pootje.

Wachtend op die uitslag namen Toto's krachten af. Hij at nog wel, maar begon zich steeds moeizamer te verplaatsen. Het werd een zielig hoopje dat zich terugtrok in een kast. In niets deed hij meer denken aan de grappige Italiaanse komiek waarnaar hij is vernoemd.

Het werd maandag de 16e. Wachtend op een leerling Italiaans viel me opeens een plas bloed op op het parket. Ik rende naar boven naar Toto. Hij lag op de slaapbank maar toen hij daar vanaf sprong, zag ik ook bloed op die bank.

Ik belde dierenarts Clara en kon gelukkig meteen terecht. Ook zij schrok van Toto's pootje. Het bleek te bloeden, daar kwam dat bloed dus vandaan. Ze besloot hem op te nemen en hem te onderzoeken.

Zou hij gezond blijken, dan zou ze zijn poot amputeren, zodat hij op drie poten verder kon. Maar ik wilde ook dat ze keek of hij uitzaaiingen in zijn lijfje had, want in dat geval had een operatie natuurlijk geen zin.

Maandagmiddag ging de telefoon. Clara bracht slecht nieuws. Er waren metastasen gevonden in Toto's longen. Opereren had geen zin meer. Mijn arme Toto was verloren, nog maar zeven jaar oud.

Ook de arts was het er over eens dat het het beste was het dier zo snel mogelijk uit zijn lijden te verlossen. Een spuitje dus. Wat was ik verdrietig. We spraken dinsdag om 11 uur in de ochtend af.

Toto lag ogenschijnlijk op z'n gemak in een hok. Meteen toen ie me zag, veerde hij overeind en slaakte een 'miauw'. Ik pakte hem op en droeg hem naar de behandelkamer.

Uitgestrekt op de behandeltafel aaide ik hem en probeerde hem geruststellend toe te spreken. Maar ondertussen huilde ik tranen met tuiten.

Hij kreeg eerst een infuus om hem te laten inslapen. Daarna zou hem de dodelijke injectie worden toegediend. Kort daarna was hij overleden. Mijn lieve, vrolijke maatje lag daar in foetushouding, bekje een beetje open, de ogen dood.

Dinsdagavond zat ik met Pino op schoot in de tuin. Die leek zo stil en verlaten zonder Toto. M'n lieve buurjongen Mattia van dertien vroeg hoe het met me ging. De tranen sprongen me alweer in de ogen.

"Jeannot heeft een nest van twaalf katjes, wil je er daar niet één van?" vroeg Elisa me. Maar dat kan ik niet, mijn Toto meteen vervangen. Hij is niet te vervangen. Hij was mijn aanhankelijke, immer gulzige, soms irritante, vrolijke knuffelbeer Toto.

  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.