WONEN IN ITALIË – Weer thuis
Weer terug in Mombarcaro. De rust en de omringende natuur doen weldadig aan. Hoeveel kilometer heb ik de afgelopen maand wel niet afgelegd?
Eerst naar Amsterdam. Toen met mijn vrienden van de Dintelstraat naar Sarajevo gevlogen. Na een rondreis door Bosnië en Kroatië weer terug naar Amsterdam. En toen weer met de Panda terug naar Italië.
Na deze schitterende maar wel heel intensieve reis, bij temperaturen van wel 37 graden, was het heerlijk die laatste dag in het zonnetje boven op de Bernhardpas te zitten. Met een biertje onder handbereik en in de wetenschap bijna thuis te zijn.
Toen ik de voordeur open deed, luisterde ik gespannen of ik de poes hoorde. Ik riep en meteen hoorde ik een plof van Pino die van mijn bed af sprong en boven aan de trap verscheen.
Hij stormde naar beneden, door het kattenluik naar buiten, rende als een dolle een rondje door de tuin en ging toen pal voor mij op z'n rug liggen om op z'n buik gekriebeld te worden.
Van Grazia hoorde ik later dat hij drie weken op mijn ochtendjas heeft liggen slapen. Soms verhuisde hij naar een hoopje kleren van mij. De buren zeiden dat ze hem al die weken niet buiten hadden gezien.
Wie zei dat poezen geen emoties kunnen hebben?
Giorgio die ik de week ervoor nog in Bosnië had gezien, was ook weer thuis en kwam meteen het gras maaien. We praatten nog even na over de vakantie. Gek om hem hier weer gewoon aan het werk te zien.
De tuin ziet er een beetje herfstig uit. Dat komt omdat door de warme weken, ook hier was het 34 graden, veel planten wat verdroogd zijn.
Dus huppelde ik vanaf de eerste avond alweer met m'n gieter rond. Inmiddels is het gaan regenen en lost het probleem zich vanzelf op. Dit weekend, als het weer mooi weer is, zal de tuin weer helemaal zijn gereanimeerd.
Behalve de was en de tuin moesten er ook boodschappen worden gedaan. Eerst ging ik naar Sara. En voor aanvullende boodschappen naar kruidenier Beppe in Niella Belbo.
Beppe was een schim van zichzelf. Zijn stofjas slobberde om hem heen. "Hoe gaat het?" vroeg ik. "En met je vader?" Beppes 92-jarige vader is namelijk ook dagelijks in de winkel te vinden.
"Met m'n vader is het godzijdank goed" antwoordde Beppe, "Maar met mij is het niet goed." Op mijn vragende blik vertelde hij handenwringend dat hij aan z'n hart geopereerd moest worden.
Aan een hartklep die niet goed meer sluit. Ik probeerde hem gerust te stellen maar dat had geen zin. Hij was doodsbang. Ik noteerde zijn telefoonnummer en zal zijn vrouw Anna één dezer dagen zeker bellen.
De winkel is voorlopig gesloten.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.