WONEN IN ITALIË – I Santi

1 en 2 November: i Santi. Allerheiligen en Allerzielen. Het zijn dagen waar hier nog volop bij wordt stilgestaan. Eén november is een vrije dag en mensen bezoeken massaal de graven van hun familie. Het begint de avond ervoor met Halloween.

Tegen zessen kwam er een hele stoet kinderen met ouders de Via Galliano aflopen, richting mijn huis. Ik stalde alle snoep dat ik in huis had gehaald op tafel uit en even later kwam het jonge spul binnen.

Buiten stond Grazia die verontwaardigd was dat ze me 's middags niet thuis had aangetroffen. Ze had me mee willen nemen naar een processie over het kerkhof van Prunetto. Nou dan morgen maar in Mombarcaro, besloot ze.

Missen, processies, ik moest er niet aan denken. Nog even en ik zit hier drie keer in de week in de kerk, dacht ik. Je kunt ook te veel integreren. Ik ging morgen iets heel anders doen, besloot ik, namelijk naar de film.

Woensdag toen 's middags de klokken begonnen te luiden en het hele dorp zich naar de kerk begaf, stapte ik in de auto en reed naar Dogliani.

Dogliani heeft een bioscoop waar, naar mijn idee, veel te vaak familie- of kinderfilms draaien. Maar nu stonden er eindelijk twee veelbelovende films op het programma: 'C'è ancora domani' van Paola Cortellesi en 'The killers of the flower moon' van Martin Scorsese.

Ik had besloten er alleen naartoe te gaan. De meeste buitenlandse vrienden kunnen het Italiaans in zo'n film niet volgen. Bovendien zou ik meteen informeren of de Amerikaanse film in het Italiaans nagesynchroniseerd was. Zo niet dan zouden we er zondag met een groepje heen gaan.

Maar helaas, de film was inderdaad in het Italiaans nagesynchroniseerd, vertelde de meneer van de bioscoop. Alleen in Turijn zijn een paar bioscopen waar ze buitenlandse films in tact laten en er Italiaanse ondertitels onder zetten.

Ik had niettemin een fijne avond. De film was prachtig. Daarna ging ik in een bar een prosecco drinken en om half acht stapte ik een trattoria binnen. Ik zat net toen ik een tafeltje verderop twee oudere Duitse heren ontwaarde die heftig met elkaar in discussie waren. Ik ving al gauw woorden op als 'Hamas' en 'Gaza'. Ik slaakte een zucht van verlichting dat ik alleen was.

Gisteren had ik afgesproken met vriendin Egle uit Cuneo. Vaak als we elkaar zien, sleept ze nog een paar andere vriendinnen mee. Italianen doen de dingen namelijk het liefst met zoveel mogelijk mensen. En daardoor wordt een echt gesprek dan al gauw onmogelijk. Maar gisteren kwam ze godzijdank alleen.

Ze heeft me echt vertroeteld. We gingen naar het huis van haar familie in Murazzano. Ze had daar een 'eenvoudige' lunch klaargemaakt (en ze hield niet op dat te onderstrepen) maar die bestond toch altijd nog uit vijf gangen.

We hebben veel gepraat en hadden een fijne dag. Allebei moesten we op een bepaalde manier ons ei kwijt. Op zeker moment vroeg ze of ik het leuk vond het kerkje in Lovere te gaan bekijken.

Dat had ze nog nooit van binnen gezien en vanmiddag zou het open zijn. Ik vond het prima. We kwamen eraan en het viel ons meteen op hoe druk het er was. We gingen naar binnen en daar bleek net een mis te beginnen.

De priester, Don Marco die ik ken van het koor in Murazzano, zag ons binnenkomen en knikte vriendelijk. Ja, toen durfden Egle en ik niet meer naar buiten te glippen en zaten de hele mis uit. Zo eindigde ik toch weer in een kerk. Ik kan onderhand wel non worden.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.