WONEN IN ITALIË – Quarantaine

De twee weken quarantaine zijn voorbij. Ik had het ook wel een beetje nodig om weer in mijn huis te aarden en te wennen aan de winter die hier nu heerst.

Dat brengt ook een winterse leefstijl met zich mee. Zo ben ik normaal gesproken een ochtendmens, maar nu worstel zelfs ik me 's morgens met de grootste moeite m'n warme bed uit. Trui aan, peignoir aan, naar beneden. In de keuken is het lekker warm. Poes Pino springt altijd meteen op m'n schouder en blijft daar als een papegaai zitten terwijl ik m'n ontbijt klaar maak.

Buiten is het schemerig, om kwart voor acht komt het gele schoolbusje voorbij vol berugzakte kindjes.

Na het ontbijt en het aankleden wachten me nu iedere ochtend enkele terugkerende karweitjes. De houtkachel schoonmaken, vuilnisemmers leeg maken, de houtvoorraad binnen aanvullen met hout dat buiten onder plastic doek èn een meter sneeuw ligt opgeslagen. De vloer vegen.

Rond tienen steek ik met steeds meer gemak de houtkachel aan en is het tijd voor een tweede ronde koffie.

Tijdens de quarantaine dook ik dan gerust nog een uurtje in de krant of in het boek waarin ik bezig was. Heerlijk rustig, zonder het gevoel dat ik iets 'moest'. Sara bracht de boodschappen en tegen twaalven ging ik eens kijken wat ik voor de lunch zou maken. Net als de Italianen hier eet ik 's middags warm.

Hoewel ik eigenlijk in huis moest blijven, ging ik na het eten toch een paar korte rondjes lopen. En altijd was ik toch nog wel even weg door alle aanspraak onderweg.

Auto's met bekenden erin stopten, raampjes werden naar beneden gedraaid en dan volgden de bekende vragen, zoals: "Sei tornata?" Niet de slimste vragen dus, maar toch lief.

Op een van die korte wandelingen liep er een vrouw voor me op straat. Ik ging aan de andere kant van de weg lopen om afstand te houden....ze kreeg me in de gaten en draaide zich naar me om. Of ik uit het dorp kwam?

Toen ik zei dat ik hier inderdaad woonde, riep ze me toe dat ze in Turijn woonde. "Ik logeer hier bij m'n zuster" en ze zei wie dat was. "Ik probeer afleiding te vinden nadat ze m'n man hebben vermoord."

Nu stopte ik toch even. "Wat is er dan gebeurd?" vroeg ik haar. Ze vertelde dat ze samen boodschappen hadden gedaan en dat ze in de auto naar huis reden. Op zeker moment had hij zich ergens laten afzetten omdat hij nog een stukje wilde lopen. Zij reed vast naar huis om aan het eten te beginnen.

En toen kwam hij maar niet thuis. Ze belde haar dochter. Die ging de route af die haar vader had gelopen en hoorde dat een auto een voetganger had geschept. Hij had geen identiteitspapieren bij zich gehad en ze hadden hem naar het ziekenhuis gebracht. Toen ze daar aankwamen, hoorden ze dat hij op slag dood was geweest. "58 Jaar was ik met hem getrouwd" vertelde ze me. "En dan is ie van het ene op het andere moment dood, weg."

Ik probeerde haar te troosten, verzekerde haar dat ik uit ervaring wist dat het op den duur draaglijker wordt. Ik had het idee dat ze er iets van opkikkerde.

Zomaar een ontmoeting tijdens een quarantaine-ommetje maar het bleef me nog dagen bij.

Tijdens de quarantaine verschoten we hier van kleur en gingen wij van code geel (waakzaam) naar code oranje (zorgelijk) wat er praktisch op neerkomt dat alle bars en restaurants weer dicht zijn en je je maar beperkt mag verplaatsen. De avondklok hebben wij hier al maanden. Hij gaat 's avonds om tien uur in en geldt tot vijf uur 's morgens dus erg veel inbreuk op m'n leven maakt hij niet.

Woensdagmorgen, de eerste dag van de vrijheid, spoed ik me meteen naar de bar. En ja hoor daar staan de 'usual suspects' met een espresso onder hun neus voor de deur. Gezellig dat dit toch nog kan.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.