WONEN IN ITALIË – Proefdraaien

Het regent. En zelfs al voor de tweede dag. "Vroeger zou je zeggen dat het slecht weer is, maar tegenwoordig noemen we dit mooi weer" bromt Carlo naast mij in de auto. "Eindelijk water."

Hij is de voormalige directeur van het Rode Kruis hier, maar doet nog steeds vrijwilligerswerk. Ik rijd een dagje met hem mee om te zien waar ik de bloed- en urine-monsters moet ophalen en waar ik die in het ziekenhuis moet inleveren.

Ik word zogezegd ingewerkt om dadelijk voor het Rode Kruis mensen naar het ziekenhuis te brengen of weer op te halen. Maar eerst beginnen we met pakketjes. Kijken hoe dat gaat.

We komen aan bij de bloed-afname. Het gebouw waar donoren bloed afstaan, maar waar ook bloed wordt afgenomen voor onderzoek. Mijn dorpsgenote Louisa met wie ik een paar weken geleden nog op het aardappelfeest stond te dansen, doet open in een witte verplegersoutfit.

Ze grinnikt als ze mij naast Carlo in de auto ziet zitten. Als ik haar vertel over de nieuwe taak die ik op me wil nemen, knikt ze goedkeurend terwijl ze met een mondkapje op haar kin wolken sigarettenrook staat uit te blazen. We krijgen een tas vol buisjes mee.

Afgelopen week heb ik voor het eerst, onder begeleiding van ene Paolo, proefgereden in twee Rode Kruis-auto's, waarin ik in de toekomst mensen zal vervoeren. Dat zijn een soort busjes, geen ambulances natuurlijk, want daarvoor heb je ook weer een speciaal rijbewijs nodig.

Deze Paolo stuurde me allerlei kronkelwegen op, ook moest ik een paar keer de hellingproef doen, maar uiteindelijk was hij heel tevreden, zei hij. Ik moet nu afwachten tot een speciaal Rode Kruis-rijbewijs voor me klaar ligt en dan kan ik beginnen met die pakketjes met monsters rond te brengen, gaat dat goed dan ga ik mensen vervoeren.

Er is een enorm tekort aan vrijwilligers, vertelt Carlo, en dat komt volgens hem onder meer doordat de mensen veel later met pensioen gaan. Vroeger stopten de meeste Italianen met 55/60 jaar met hun baan. Velen gingen dan vrijwilligerswerk in hun dorp doen.

Nu moet iedereen tot 67 doorwerken. Dat betekent dat minder ouderen zich melden en dat ze zich niet meer aan bepaalde leeftijdsgrenzen kunnen houden. Zo was het regel dat iemand van boven de 65 wel pakketjes, maar geen mensen meer mocht vervoeren.

Maar dat voorschrift is allang geschrapt, anders zouden er absoluut geen mensen meer zijn om al die patiënten dagelijks naar de nier-dialyse, chemo-therapie of andere behandeling te brengen.

Daardoor is het wel eens gebeurd dat een bejaarde vrijwilliger 's morgens nog iemand naar het ziekenhuis had gebracht en diezelfde avond thuis aan een hart-aanval overleed. Dat was even schrikken maar er overlijden natuurlijk vaker oudere vrijwilligers.

Zaterdagmorgen moest ik me al om half negen op het kantoor in Monesiglio melden om een Rode Kruis-pak uit te zoeken. Als ik mezelf even later in zo'n rode veel te grote broek en jas zie, heb ik even het idee dat ik in een toneelstuk zit. Maar dat zal wel overgaan als het echte werk gaat beginnen en...heel belangijk!...ik een héél klein steentje bijdraag aan de Italiaanse samenleving, want dat is toch waar ik het voor doe.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.