WONEN IN ITALIË – Positief
En dan gebeurt toch waar we zo bang voor waren: mama heeft covid. Tenminste, ze is positief. Maar dankzij de vaccinaties heeft ze er geen last van. Ze is alleen wat verkouden.
Ik krijg een brief van St. Jan in Uden, de instelling waar ze woont. Alle inwoners en personeel worden getest. Vijf verpleegkundigen en enige bewoners van mama's afdeling zijn positief. Mama moet op haar kamer blijven tot ze weer negatief is.
Het maakt me toch onrustig, ook al is ze niet ziek. Nu doet de 1200 km. afstand zich weer in volle omvang voelen. Vandaag heb ik een afspraak in Cuneo, maar ik ga niet eerder van huis voordat ik iemand van de verpleging heb gesproken.
Bij toeval krijg ik de verpleegkundige aan de telefoon die haar vanmorgen heeft verzorgd. "Er was niets aan haar te merken" zei Elly. "Ze was gewoon zoals altijd."
Dan stap ik toch maar in de auto en rijd naar Cuneo. Daar heb ik afgesproken met Egle, Franca en Daniela.
Het weer klaart op en het wordt weer een prachtige zonnige dag. We hebben afgesproken in een restaurantje in het 'centro storico' van Cuneo.
Ook Egle heeft veel zorgen om haar 90-jarige moeder. Als ik vertel over mama's covid, zegt ze: "Mijn moeder heeft het ook gehad, maar ze heeft het niet eens gemerkt."
En dan durf ik me geleidelijk aan toch wat te ontspannen. We hebben elkaar een tijdlang niet gezien dus hebben elkaar veel te vertellen.
Franca's zoon woont in Maleisië en door covid heeft ze hem al twee jaar niet gezien. Ze hopen dat hij met zijn gezin in augustus naar Italië kan komen.
Egle heeft samen met een goeie vriend voor de hele zomer een appartement aan zee gehuurd. Ze is bezig aan haar laatste jaar als onderwijzeres op een lagere school. Ze kijkt erg uit naar haar pensioen. Zeker na deze twee uitputtende covid-jaren.
Na de lunch maken we gevieren nog een wandeling door het centrum. We lopen onder de middeleeuwse 'portici' of arcades. Onder die arcades vind je de meest uiteenlopende winkels. Na een laatste espresso brengen ze me naar de auto en vertrek ik naar huis.
Daar bel ik meteen m'n moeder. Als ik vraag hoe het met haar gaat, antwoordt ze met een: "Ooo goed hoor. Maar ik moet wel op m'n kamer blijven, dus ik geloof dat ik het heb." "Dat geloof ik ook mam," zeg ik en stel haar daarna gerust.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.