WONEN IN ITALIË – Pensionado versus bezige bij

Gisteren maakte ik voor het eerst van m'n leven een ritje in een ambulance. Niet als patiënt maar als vrijwilliger. In mijn werk bij het Rode Kruis was een beetje de klad gekomen. Na mama's dood had ik even nergens zin in.

Maar inmiddels heb ik mezelf een schop onder mijn achterste gegeven en ben ik weer op allerlei fronten actief, dus ook bij het Rode Kruis.

Om acht uur 's morgens stapte ik met Silvano en Marco in de ziekenauto om een oude mevrouw van een revalidatiecentrum naar een bejaardenhuis over te brengen.

Het was een zielig hoopje mens dat daar, zonder gebit, ineen geschrompeld in een rolstoel zat. Ik denk ook dat ze zwaar dement was. Toen ik even mijn hand op haar hand legde, keek ze op en glimlachte.

Later in de ambulance zat ik bij haar en probeerde ik haar gerust te stellen. We leverden haar af in een verpleeghuis. Geen vrolijke plek. Gelukkig namen lieve verpleegkundigen haar daar over.

En zo probeer ik iets nuttigs te doen voor de gemeenschap hier. Want ik wil geen suffe pensionado worden. Die heb je hier namelijk ook. Een Nederlandse vriend deed daar laatst een boekje over open.

Er zitten hier dus veel westerlingen. Nederlanders, Duitsers, Denen, Britten. Die zijn in twee groepen te verdelen: zij die hard moeten werken omdat ze hier een eigen onderneming proberen op te bouwen en zij die niet meer hoeven te werken.

"En dan staan ze hier opeens om tien uur 's morgens voor je neus met een pak koekjes, terwijl mijn vriendin tot haar enkels in de modder in de tuin bezig is en ik nodig iets moet aftimmeren! Het is allemaal heel goed bedoeld maar wij hebben geen tijd. Als je koffie met ze gaat drinken, ben je zo weer twee uur verder!"

En hij somde ook nog alle activiteiten van de kinderen op, die ook heel wat coördinatie en heen en weer gerij met zich meebrengen. Twee werelden die elkaar hier ontmoeten maar die beiden op een totaal andere golflengte zitten. Ik moest er later ook wel een beetje om lachen.

"Die mensen laten 's morgens hun hond uit en dan zijn ze voor de rest van de dag klaar," zei de vriend schamper. Ik denk dat het belangrijk is dat je als gepensioneerde actief blijft. Anders ga je je vervelen en word je ook voor anderen ook een last. Er is genoeg te doen.

Ik ben op dit moment mijn lijf een beetje aan het 'trainen' met lange wandelingen. Nou ja 'trainen' is een groot woord... Ik maak langere wandelingen want in september ga ik tien dagen met een groep in Umbrië lopen en dan wil ik niet als een hijgend paard meegezeuld moeten worden.

Maandag had ik zin om naar San Benedetto Belbo te lopen. Het ligt in een dal en ver is het niet, je ziet het van hieruit liggen. Het venijn zit echter in de terugweg want dan moet je vanuit het dal weer omhoog tot de 900 m. hoogte van Mombarcaro.

Ik had bedacht dat ik in San Benedetto uitgebreid zou kunnen uitrusten in de bar daar, met koffie en een cornetto. Was de bar op maandag dicht!!! Dus moest ik na die aflopende heenweg zonder pauze weer helemaal omhoog klimmen.

Achteraf viel het mee. En voordat ik op weg ging, heb ik nog wat plekjes in San Benedetto bekeken die beroemd zijn geworden omdat de schrijver Beppe Fenoglio die in zijn romans beschrijft.

Ook heb ik zijn 'La Malora' voor herlezing weer uit de kast getrokken. Zijn werk speelt zich helemaal in deze buurt af. (Is in het Nederlands vertaald!)

Ja....ik blijf wel bezig.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.