WONEN IN ITALIË – Parochie-uitje
Het was weer zover. Tijd voor het jaarlijkse parochie-uitje. Koster Carla peilde de interesses en het reisdoel viel dit jaar op twee sanctuaria bij Genua.
Parochie-uitje, ik weet het, het klinkt super-suf, maar toch valt dat erg mee. Ten eerste kom je vaak op plekken die je anders nooit ontdekt zou hebben en.....er wordt altijd goed gegeten.
Twee jaar geleden ging ik voor het eerst mee, samen met mijn Duitse vriendin Christa. Carla had ons gevraagd een keer mee te gaan voor de zo nodige opfrissing van het gezelschap.
We hebben toen een heel mooi kasteel bezocht. Vorig jaar sprak het programma me niet aan en dit jaar had ik ook geen zin. Maar toen kwam Grazia vragen of ik mee ging. Zij loopt nog met één kruk en had iemand nodig die bij haar bleef. Dus besloot ik toch maar mee te gaan.
Het was zeven uur in de ochtend toen we bij het opstappunt van de bus aankwamen. Het was nog donker en ook mistig. Als de chauffeur maar rustig reed, opperden enkele vrouwen. Vorig jaar was de halve bus wagenziek geworden van de hotsebotserige rijstijl van de chauffeur.
De bus reed voor. Een vrouwelijke chauffeur. We merkten al snel dat ze heerlijk rustig reed, zonder opeens te remmen of door de bochten te scheuren.
In Genua was het ook mistig. We zagen ons sanctuarium 'La nostra Signora della Guardia' vaag bovenop een berg liggen. Stefania, de bus-chauffeur, leidde ons feilloos via een smalle kronkelweg naar boven.
Eenmaal aangekomen vlogen we allemaal de bar in voor koffie en naar de wc. Maar o jé, zoals zo vaak met dit soort gelegenheden, werden we vervolgens op een heilige mis getrakteerd.
Een jonge priester vertelde ons na de mis de geschiedenis van het heiligdom en ja hoor, Maria was weer verschenen, aan een boer. Ze had hem gevraagd op deze plek een kerk voor haar te bouwen.
Toen de boer 's avonds thuis kwam, was hij zijn belofte totaal vergeten. De volgende dag kreeg hij een vreselijk ongeluk. Hij herinnerde zich nu wel de belofte. Als ik beter word, komt hier een kerk, beloofde hij.
En hij werd beter en er kwam een kerk, deze kerk. Iedereen lijkt het voor zoete koek te slikken. Vervolgens bekijken we de kerk en de andere ruimtes. Ik help Grazia met een brief die ze hier wil achterlaten en waarin ze bedankt voor haar genezing.
Half één: etenstijd. We eten in een restaurant dat bij het complex hoort. Het eten is heerlijk. Onder meer een pasta met pesto Genovese. We zitten aan verschillende tafels. Mijn buurman Edoardo en ik bestellen een half litertje wijn. De vrouwen houden het bij water.
's Middags rijdt Stefania ons naar de kerk en het klooster van 'Gesu Bambino di Praga' in Arenzano. Een prachtige kerk die zich hoog boven de kustplaats verheft.
Bijzonder is de verzameling cactussen in de kloostertuin achter de kerk. Cactussen van meters hoog, cactussen in alle vormen en groottes. In een winkeltje naast de tuin kun je er al één kopen voor een euro.
We gaan allemaal met een paar cactussen naar huis. Ik heb er de volgende dag nog een paar bijgekocht met speciale aarde voor cactussen. Er staan nu acht cactussen in mijn zitkamer, dus je kunt wel zeggen dat ik er een nieuwe hobby bij heb.
Om half zeven rijden we Mombarcaro weer binnen. Nog net op tijd voor de vrijdagmiddagborrel...
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.