WONEN IN ITALIË – Eeuwig mooi weer

Laten we het eens over het weer hebben.

Zaterdag zat ik bij 20 graden buiten te eten aan zee in Celle Ligure. En twee dagen later lag er een vers pak sneeuw in de straat en was het -8 graden.

Gisteren belde ik met mijn pensioenfonds en kreeg ene Ruben aan de telefoon. Ik legde hem uit dat ik in Italië woon en een bepaald formulier nodig had. "Italië....." verzuchtte hij. "Wat heerlijk mevrouw..." "Nou het is hier op dit moment -8 graden hoor!" hielp ik hem uit de droom. "Dan zit u zeker heel noordelijk?" was zijn reactie.

Ik vertelde hem dat het nu in Zuid-Italië nog veel kouder is. "Er ligt daar meer sneeuw dan hier" zei ik. "De Etna is overdekt met sneeuw. En in de Molise en de Abruzzen, daar is het helemaal bar." Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn, toen beloofde hij me het gevraagde formulier snel toe te sturen.

Het is niet de eerste keer dat ik een Nederlander spreek die denkt dat we hier het hele jaar onder een parasol zitten. Het blijkt een wijdverbreid misverstand onder mensen die hier alleen hun vakantie doorbrengen.

Electriciën Alex vertelde me eens dat hij een klusje had bij Canadezen die hier net een huis hadden gekocht. Het viel hem op dat ze nauwelijks verwarming in huis hadden. Hij vroeg hoe ze de winter dachten door te komen. Ze schrokken zich rot. Ze vertelden juist uit Canada vertrokken te zijn omdat ze de strenge winters daar zat waren. Ze dachten echt dat het hier het hele jaar warm is.

Zaterdag leek dat dus even echt zo. Ik was aan de kust in Celle Ligure en het was warm. Het was 4 februari en de honderdste geboortedag van mijn vader. Ik wilde die dag niet zomaar voorbij laten gaan, dus had ik in een restaurant een tafeltje voor mezelf gereserveerd.

Om half negen reed ik weg uit een zonnig Mombarcaro. Het zou een prachtige dag worden, zo was voorspeld. En dan is het in Ligurië toch altijd nog een graad of 4/5 warmer. Ik vond meteen een parkeerplaats en even later liep ik over de boulevard van Celle. Een blauwe zee, palmen...en zon, en dat op 4 februari.

Ik ging op een terras koffie drinken en begon op m'n gemak de weekend-Volkskrant te lezen. Na de koffie wandelde ik de hele boulevard af. Aan het einde was een keramiek-winkel. Ik ging naar binnen en snuffelde er tussen de objecten.

Ik hoorde stemmen en keek in de ruimte achter de winkel. Daar was een cursus pottenbakken bezig. Een stuk of vijf mensen zaten achter een draaischijf.

Keramist Marcello Mannuzza kwam kennis maken. Hij vertelde over andere keramisten in de omgeving. Samen willen ze de baai promoten als keramiek-baai. Buur Albisola is al jaren befaamd om zijn herkenbare eigen stijl in de keramiek.

Ik wilde graag een potje of schaaltje kopen. Maar m'n huis is al zo vol. Het zou iets moeten zijn dat wat anders vervangt. Opeens wist ik het. Een pot voor m'n pollepels, stamper, blikopener, etc. Die zitten nu in een foeilelijk ding. Ik kon hem bestellen en aangeven hoe hij eruit moest komen te zien. Hij wordt geel, een echte blikvanger. Ze bellen als ie klaar is.

Tussen de middag at ik een visje midden tussen de families en echtparen. Ik hoefde niet te praten, alleen maar in alle rust te genieten en dat deed ik ook. Ik dronk een Prosecco op mijn vader die mij ooit naar deze kust bracht en zonder wiens voorbeeld ik hier nooit zo vrij had rondgetoerd.

En nu zit ik dus weer thuis en is de winter terug. Ik laat de houtkachel op volle kracht branden en 's nachts lig ik met twee waterkruiken in bed. Ik moet veel aan Turkije en Syrië denken, waar duizenden mensen geen dak meer boven hun hoofd hebben en hun geliefden onder het puin liggen. Ik heb bepaald niks te klagen.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.