WONEN IN ITALIË – Drinken
Hijgend en piepend wandelde ik woensdag de heuvel van Mombarcaro op. Bijna 8000 stappen gezet, zag ik op mijn mobieltje. Goed bezig Ien, dacht ik. Ik had ruim een uur gelopen richting Niella en ging nu weer terug.
Daar kwam een appje binnen. "Kom je zo een aperitiefje drinken in de Mombar?" Een bericht van een bevriend stel dat net weer terug was uit Nederland. Gezellig, dacht ik meteen, maar toen bedacht ik dat ik een belafspraak had met een vriendin, waarvoor ik de tijd wilde nemen.
Het gebeurt zo vaak. Dat ik me voorneem het een beetje rustiger aan te doen. Met name met de drank. Eens een paar dagen geen alcohol te drinken. Maar dat is hier echt heel moeilijk. Voor je het weet, ligt er alweer een uitnodiging voor het een of ander en dan heb ik de ruggegraat van een twijgje en drink ik toch een wijntje.
Alle westerlingen die hier wonen zijn tuk op contact. Vaak hebben ze hun kinderen en kleinkinderen in Nederland achtergelaten en proberen ze hier zo snel mogelijk nieuwe vrienden te maken. Dus de ene borrelafspraak na het andere etentje wisselen elkaar af. Af en toe moet je jezelf een beetje beschermen tegen dat al te Bourgondische leven.
Daar komt nu nog bij dat de verkeersregels voor rijden onder invloed zijn aangescherpt. In de bar ligt een tabel waarin staat wat je nog wel mag drinken en wanneer je fout zit.
Wat ik typisch Italiaans vind, is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen drinken met een volle maag of drinken op een lege maag. Een vriend van Willem is zijn rijbewijs al voor een tijdje kwijt en daardoor zit bij sommigen de schrik er goed in.
Er wordt hier ook best veel gedronken. Wat ik net al zei, vooral de buitenlanders borrelen veel met elkaar. Ik heb al eens verteld dat we een vrijdagmiddagborrel hebben. Maar dinsdagmorgen, als het markt is in Monesiglio, zit daar ook altijd een groep Nederlanders en Duitsers, in het cafe van Piercarla, al vanaf 11 uur aan de witte wijn.
De Italiaan heeft de naam weinig te drinken. Maar als je om je heen vraagt: hoeveel wijn drink jij nou? Dan blijken vooral mannen toch dagelijks te drinken. En niet eens zo weinig. Mijn overbuurman drinkt bij iedere maaltijd twee glazen rode wijn, zei hij. Dat is dus vier glazen per dag.
Toen ik de vader van een vriendin vroeg hoeveel hij nou dronk, bleek dat ook hij bij de maaltijden vier glazen wijn dronk met af en toe ook nog een grappaatje of een ander digestief na. Ik vertelde het aan mijn vriendin van het koor.
Ze keek me verbaasd aan. Haar man dronk ook bij iedere warme maaltijd, pranzo en cena, een paar glazen wijn vertelde ze. Ze begreep echt niet wat mijn punt was. Het dagelijks drinken van een paar glazen wijn bij het eten is hier de gewoonste zaak van de wereld.
Ik bestudeerde de alcoholtabel en dacht daaruit te kunnen opmaken dat twee glazen wijn met volle maag geen probleem vormen voor een bestuurder. Dat moet ook haast wel want ook bij de arbeiderslunches, die hier gemeengoed zijn, zie ik altijd grote karaffen rode wijn op tafel staan.
Als wij met het koor een concert hebben, krijgen we na afloop altijd een buffet aangeboden. Daar hoort natuurlijk ook wijn bij. De mannen nemen allemaal een paar glazen en barsten dan weer in gezang uit. Daarna rijden we allemaal naar huis en dat is nooit dichtbij.
En nu komt het: hoewel mijn koorvriendin geen druppel drinkt en haar man met de andere mannen meedrinkt, is er geen enkele twijfel over wie er rijdt: hij. Hij rijdt ons naar huis terwijl zijn lieve nuchtere echtgenote al gauw naast hem zit te snurken.
We drinken dus allemaal, maar Italianen gaan anders met alcohol om. Het is altijd een onderdeel van hun maaltijd. Of het is een voorafje, de aperitivo. Het eten gaat sowieso vergezeld van wijn, soms ook zelf gebrouwen. En dan is er nog het digestief dat goed zou zijn voor de spijsvertering.
Zoals wij Nederlanders echt kunnen doorzakken, totdat we zwaaiend op onze benen en met dubbele tong het pand verlaten, dat zie je hier nooit. Een Italiaan is gesteld op zijn 'bella figura' en wil geen risico lopen aangeschoten een 'figuraccia' te slaan, en voor schut te gaan.
Ik ben er dan ook best gerust op dat de politie de nieuwe alcoholregels niet al te rigide zal toepassen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.