WONEN IN ITALIË – Dorpsleven

Er zijn maar weinig dagen dat hier echt helemaal niets gebeurt. En dan bedoel ik niet dat het dorp continu het toneel is van gekken of vechtersbazen. Nee, dat gelukkig niet. Maar er is altijd beweging, het leeft.

Het was deze week schitterend herfstweer. Op een ochtend liep ik door de dorpsstraat naar de piazza. Ik moest naar het postkantoor en dan drink je meteen een cappuccio in de bar ernaast.

Ik was buitengewoon neerslachtig. Daar kwam Silvia me tegemoet. "Hoe gaat 't?" vroeg ze. Ik mompelde iets van "così così." "Dai Christina...." vermaande ze me. Ze zou aan het einde van de middag nog even bij me langskomen.

Op de piazza dronk ik in de zon mijn koffie. Een dorpsgenoot kwam bij me zitten en vertelde over de studie-perikelen van zijn zoon. Patrizia van het postkantoor kwam er ook even bij zitten en zo ging er een half uur voorbij.

Daarna ging ik een stuk lopen. Het landschap was spectaculair. Ik liep tussen het frisse groen van de heuvels en keek uit op de vers besneeuwde Alpenketen aan de horizon. En dan die blauwe lucht...

Weer thuis kwam er een grote auto met een soort hijskraan voorrijden. Het bleken de lang verwachte schoorsteenvegers. Twee vriendelijke jongens die meteen aan het werk gingen.

De één ging met een bakje omhoog en stak een borstel in m'n schoorsteen. De ander ging met mij mee naar binnen en wrikte de kachelpijp los. Ze haalden een hele emmer met gruis uit mijn 'canale fumaria'.

Het kostte 120 euro. Dat had ik niet cash in huis. Geen probleem. Breng het maar een keer langs bij de stomerij in Ceva, zei één van de jongens. "Daar komen we vaak langs. Weet je wat, doe maar 100 euro, ik geef je korting." Zo gaat dat dus hier.

We hadden ook weer een dorpsfeest. Het werd georganiseerd door de Alpini, een regiment van het leger dat bestaat uit voormalige dienstplichtigen uit de Italiaanse bergen. Ze zijn herkenbaar aan een hoedje met een veer.

Ik wilde eerst eigenlijk helemaal niet gaan. Had geen zin in veel mensen. Maar toen werd ik gebeld door een oude dame die zonder begeleiding niet naar het feest kon. Zucht...vooruit dan maar.

De bewuste dame is een enorme mopperaar en knorrepot, vandaar dat niemand anders zich als begeleider had aangeboden. Dus ik met haar aan m'n arm naar het feest. Gelukkig kwamen we aan een leuke tafel te zitten en had ik een gezellige avond.

Tegen de tijd dat het desert werd opgediend, begonnen twee mannen, ieder met een accordeon, enthousiast te spelen en huppelde er al gauw een paar vrouwen door de zaal.

De zondag is sinds een paar weken m'n filmdag. Met Ysabel naar de film. Ysabel is Peruaanse en woont al wat jaartjes in Italië zodat ze Italiaanse films goed kan volgen. De film duurde drie-en-een-half uur. Naast mij zat Ysabel een pot popcorn weg te eten. Toch at ze later in de trattoria nog smakelijk van haar konijn. Film en uit eten vind ik een perfecte combinate.

En zo liet ik me meedeinen op het ritme van de dagen. 's Middags werkte ik kei-hard in m'n tuin en snoeide m'n struiken. Ik ging op thee-visite bij een Duits stel en op kraamvisite bij Italianen.

Dinsdag belde mijn buurvrouw uit Genua op. Of ik zaterdag iets te doen had. Hoezo? Ze wilde mij, de andere buren en haar eigen gezin dan mee uit eten nemen om haar verjaardag te vieren. En zo kabbelt het leven hier voort. Niet spectaculair maar wel aangenaam.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.