WONEN IN ITALIË – Dorpscafé
Het Halloweendiner in het café in Niella Belbo, waarvan ik vorige week melding maakte, was niet wat ik ervan had verwacht. En wat ik op z'n zachtst gezegd heel apart vond, was dat wij buitenlanders in een zij-zaaltje bij elkaar werden gezet.
Op een tafel werden borrelhapjes uitgestald. De Italianen zaten aan de tafels in het café. Ik moest denken aan wat vriendin Christa over de vrijdagmiddagborrel had gezegd: "Het is net als in Saoedie-Arabië waar we met alleen expats bij elkaar zaten, nou dat hoeft voor mij niet."
Nou voor mij hoeft het zo ook niet. Even later zat ik in de auto op weg naar Mombarcaro. Op de piazza kwam ik Daniela tegen. "Christina, ze zitten beneden". En toen ik de deuren van de feestzaal opende was daar een zaal met tafeltjes waaraan al mijn vrienden uit Mombarcaro zaten te eten.
"Neem wat eten Cri" zei Tiziano gehuld in een zwart hansop met een skelet erop getekend. Ik ging naast Sara zitten die me meteen een glas rode wijn inschonk. Hè, hè, hier voelde ik me thuis. Tussen mijn dorpsgenoten.
Soms vind ik het echt wel leuk om met landgenoten te borrelen, maar dan wel tussen en met de Italianen. In het café in Niella Belbo zijn wij echt een groep apart, dat bevalt me niks dus voortaan naar de Mombar.
Mombarcaro was heel gezellig afgelopen weekend. Er waren veel mensen naar ons dorp gekomen die een geliefde overledene kwamen bezoeken die op onze begraafplaats begraven ligt.
De herdenking was zaterdagmiddag. Ons koor zong een prachtig lied terwijl we met honderden op het kerkhof stonden. Daarna ging iedereen naar de Mombar. Groot, klein, jong en oud, zowel binnen als buiten was het bomvol.
Het deed me denken aan vroeger in Brabant bij opa en oma. Na de mis was het koffie, borrelen en vooral veel roken. In een waas van sigarettenrook zaten de volwassenen bij elkaar. Gerookt wordt er nu binnen niet meer, maar verder was het net zo gezellig.
Mijn buurman met zijn dochtertje aan de Crodino, wij vrouwen aan de warme chocolademelk. Ik werd door hen ingewijd in enkele Italiaanse uitdrukkingen die een hele ondeugende betekenis hebben. Nou, dat was lachen, dat snap je.
Later deze week was ik nog even voor een boodschap in Alba. Ik was alleen en dan zie ik veel meer. Met een vriendin is gezelliger, maar nu zwierf ik door allerlei straatjes waar ik eigenlijk nooit kom of er alleen gehaast doorheen loop.
Zo is daar mijn lievelingsboekhandel waar je je binnen nauwelijks kunt bewegen. Overal stapels boeken. Eerste drukken ook van Pavese en Fenoglio. En een soort genealogische boom met de belangrijkste schrijvers van de vorige eeuw.
Ik zag verderop ook een boekbinderij, nooit eerder opgemerkt. Kan ik eindelijk "Gejaagd door de wind", een exemplaar nog van mijn oma, laten herstellen. Ook zag ik een winkel met schilderspullen, die ook schilderijen restaureert.
Verder is in Mombarcaro de rust weergekeerd. De meeste toeristen zijn naar huis. De wegen zijn stil, af en toe passeert er een auto of een tractor. Soms denk ik: de wereld kan vergaan, maar hier in Mombarcaro poot men onverstoorbaar de aardappelen voor het volgend seizoen.


Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.

