WONEN IN ITALIË – Een dinsdag in Dogliani
Mijn autoverzekering moest verlengd worden, dus een afspraak gemaakt bij de bank in Dogliani. Ik moest er om half twaalf zijn, maar ik was er al een uur eerder. Het was marktdag en dan is het er altijd erg gezellig. En druk.
Op het terras was geen tafeltje meer vrij. Ik vroeg of ik bij een ouder echtpaar mocht aanschuiven. "Permesso?" vroeg ik netjes en voegde er nog een beleefd zinnetje aan toe. "Olandeeses" antwoordde de vrouw en knikte dat ik kon gaan zitten.
"Dat treft" zei ik "want ik ben ook Nederlandse." En zoals wel vaker ontwikkelde zich de gebruikelijke conversatie. Op vakantie? Ze kwamen uit Haarlem. "We komen hier al tien jaar" vertelde de vrouw. "Eerst in Ceva en nu zitten we bij Monferrato."
Dat vond ik wel opvallend want tien jaar geleden was Piemonte bij Nederlanders nog niet zo bekend. Zij waren hier door toeval terecht gekomen en waren meteen verliefd geraakt op deze streek.
Ik zei dat er steeds meer Nederlanders in Piemonte kwamen wonen, ook omdat de huizen zo goedkoop zijn. Dat hadden zij ook overwogen, vertelden ze, maar de bank had voor hen beslist dat ze het toch niet konden betalen.
Dus stonden ze nu met hun tentje op een camping. Ze kookten er zelf en hadden een prachtig uitzicht. Het was echt een lief tevreden stel. Voordat ik het wist, hadden ze ook nog m'n koffie en cornetto betaald.
Bij de bank werd ik hartelijk ontvangen door mijn vaste contact daar: mevrouw Carla. Een vriendelijke vijftigster in fladderende kleren en met lang haar. Ze vroeg hoe het met me was, en of ik nog plannen had met vrienden in één huis te gaan wonen.
Dat had ik haar blijkbaar een keer verteld, toen die plannen nog bestonden. Wanneer leer ik het eens niet overal zo eindeloos te zwammen...? Hoewel ik mijn verzekering er al jaren kom verlengen, duurde de hele procedure toch nog ruim een uur.
Zo vroeg ze weer om tig documenten en allerlei gegevens. Ik diepte van alles op uit m'n tas en uit mappen die ik had meegenomen. Wijs geworden door de vele keren dat ik toch nog terug moest komen omdat er een papiertje ontbrak.
Na een uur en tien handtekeningen verder was alles geregeld en namen we hartelijk afscheid. "Tot over een jaar maar weer!" riep ik opgewekt. Als ik eerder met iets zat, kon ik haar gerust bellen, riep ze me nog na.
Eind van de middag plofte ik neer in mijn tuin en keek ik even m'n email na. Een bericht van Carla! Ik had m'n portemonnee bij de bank laten liggen. Nee....!!! Ik rende naar m'n tas en inderdaad, geen portemonnee.
Wat was ik blij dat ik mijn portemonnee niet eerder had gemist. Want dan was ik compleet in paniek geweest. Al m'n bankpassen zaten erin! Ze hadden hem veilig opgeborgen en ik kon hem de volgende dag ophalen.
Dus de volgende ochtend weer naar Dogliani. Bij het binnenwandelen van de bank knikte de receptioniste me al als een oude bekende toe. Carla ging meteen m'n portemonnee halen. Ik bood haar een espresso aan en hoewel ze nog maar net op haar werk was, sloeg ze m'n aanbod niet af.
En zo zat ik voor de tweede achtereenvolgende dag in Dogliani koffie te drinken. Toen we het café uitkwamen, hadden we afgesproken elkaar voortaan te tutoyeren. Maar voorlopig hoop ik niet meer in de contreien van de bank te komen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.