WONEN IN ITALIË – De week van Jan en Jenny

Broer Jan komt logeren. Helaas kwam hij aan met een kapotte auto. Net als mijn zus vorig jaar. Hoop niet dat dat een familie-traditie wordt. De beschermhoes van zijn motorblok onder de auto was losgeraakt en zijn vriendin Jenny had om de zoveel kilometer als een slangenmens onder de auto moeten schuiven om de hoes weer vast te zetten. Gelukkig hield ze er alleen een geschaafde arm aan over.

Na veel lekkere hapjes en een paar flessen Roero Arneis was het ongemak vergeten. Met een barstende koppijn van al die wijn belde ik de volgende dag ons inmiddels gepensioneerde garagemannetje op die het defect voor een paar tientjes verhielp.

Toen kon het feest echt beginnen. Ik had heel wat voor ze op het programma staan!

Eerst maar even wat cultuur opsnuiven. Vrijdagavond de opening van een tentoonstelling. De schilderijen van Willem Sanders hingen in een piepklein kerkje even buiten Gorzegno. Met een biertje in de hand en gemondkapt drentelden Jan en ik er rond. De setting kon niet beter, zo vlak naast het kasteel in deze prachtige omgeving. Jan en Jenny verbaasden zich over de vele Nederlanders en Duitsers die er waren. Er was in ieder geval geen taalprobleem. Later kwam er ook nog een band maar toen zaten wij al in de plaatselijke pizzeria.

De zaterdag diende zich aan als de zoveelste bloedhete dag. De buren gingen vandaag tomatensaus maken. Dat doen ze ieder jaar. Jan wilde daar graag bij zijn en liet zich rondleiden door buurman Edoardo. Ik tolkte. Edoardo voerde ons langs alle stadia van dit ambachtelijke proces.

We kwamen er geleidelijk achter dat in mijn buurman een Italiaanse versie van Willy Wortel schuil gaat (Guglielmo Carotto?).

Hij liet zien hoe hij een soort hijskraan in elkaar had geknutseld waarmee hij met tomatenpuree gevulde flesjes in kratten van boven naar beneden en weer terug takelt. Beneden verdwijnen ze in een oude roestige ton, waaronder een vuurtje wordt aangestoken en het goedje wordt gesteriliseerd. Prachtig! En dan te bedenken dat een blikje tomatenpuree in de winkel maar een paar dubbeltjes kost. Maar zo'n gedachte getuigt natuurlijk niet van de juiste 'spirit'.

Met toeterende oren van alle informatie moesten we ons inmiddels alweer klaar maken voor de wielerkoers. Wielerkoers? Jazeker, voor het eerst in de geschiedenis van Mombarcaro liep de wielerrace Milaan-Sanremo door Mombarcaro. Vanaf een uur of half drie verzamelde het hele dorp zich langs de provinciale weg. Jan en Jenny gingen strategisch op een muurtje zitten en toen begon het wachten.

Beppe, Carla, Romano, de steunpilaren van het dorp, stonden met gele hesjes aan langs de weg om de doorgang van de wielrenners in goede banen te leiden. Toen ze dan eindelijk kwamen, was het in twee flitsen voorbij - eerst de kopgroep en toen nog een hele stoet wielrenners - en konden we naar het terras om een Spritz te gaan drinken. Een gedachte die bij meerderen was opgekomen want de piazza was al gauw bomvol. Maar ook heel gezellig. Iedereen schoot bij elkaar aan tafel, dus arme Elisa en Ornella liepen met dienbladen vol drank af en aan...

Jenny verklaarde dat ze na deze vakantie beslist van het idee genezen is dat ik in een 'gat' op een berg woon. "Wat is het hier levendig!" riep ze opgetogen en verbaasd tegelijk.

We konden ook weer niet te lang blijven want er stond alweer een cultureel 'event' op het programma: een concert in Paroldo.

Mijn vriendin Egle had kaarten geregeld. En zo zaten we aan het eind van een enerverende dag voor de pittoreske kerk van Paroldo, sfeervol verlicht met spotjes. Het was warm, het rook er naar bloemen en in de verte klonk een uil. Tegen die achtergrond lieten we ons heerlijk meewiegen op de klassieke muziek dat een groepje musici ten gehore bracht.

En natuurlijk moest er deze week ook uitvoerig gegeten worden. Zo'n beetje de belangrijkste reden om naar de Langhe te komen. Ik had zondag een tafeltje gereserveerd bij trattoria Lele in Murazzano. We installeerden ons op het terras. Een hapje vooraf, vier voorgerechten, twee soorten pasta, twee soorten vlees met groente, een bordje kaas en drie toetjes later konden we nog net, na een 'espresso doppio', overeind komen en de auto bereiken.

Toen was het een tijdlang heel stil op de Via Galliano. Alle drie hingen of lagen we ergens in de tuin bij te komen. Ik meende op zeker moment zelfs een zacht gesnurk te horen achter het bosje gulderoedes waar Jan en Jenny zich op een deken op het gras hadden uitgestrekt.

Mijn lieve logé's voelden zich tot mijn plezier steeds meer thuis. Binnen staken overal opladers en draden uit de stopcontacten. Ook kwam ik steeds meer vreemde voorwerpen in m'n tuin tegen. Schoenen lagen naast de anemonen, tig tubes zonnebrandcrème vonden hun weg in huis en tuin. Een scheerapparaat, computermatjes, verfrommelde boeken, een plaid. Dinsdag reed die arme Bruno met zijn maaimachine over een bril van Jenny die ergens tussen het gras lag.

Maar wat hadden we het gezellig! Ook al aten en dronken we veel te veel. De laatste dag zaten we in Monesiglio om elf uur al aan de prosecco. Er kwamen ook nog wat bekenden bij ons zitten. Gezond leven kwam later wel weer.

De zevende dag reden ze om zeven uur in de ochtend weg. Jan kon gelukkig zijn contactlenzen weer in en kon dus weer rijden. Hij had bij aankomst een ontstoken oog en verdroeg geen lenzen. De reservebril was in Mook blijven liggen. Alle dagen hebben die twee lange mensen zich in mijn Panda moeten opvouwen (mondkapjes voor, temperatuur 50 graden) omdat Jan niet kon rijden. Maar met z'n drieën rond toerend....dat had toch ook iets heel gezelligs. Volgend jaar weer....



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.