WONEN IN ITALIË – Barbaresco
Het boek lag in een boekenstalletje op de piazza tijdens het aardappelfeest: "Amore e Guerra in Alta Langa" van Suzanne Hoffman. Op de titel afgaande sloeg ik het niet zo hoog aan, een romannetje, dacht ik, dat zich afspeelde in de Tweede Wereldoorlog in Alta Langa.
Maar het was wel een hele pil, 600 bladzijden en in het Italiaans geschreven door een Amerikaanse die hier jaren had gewoond. Er zaten kaarten achterin, die aangaven waar het allemaal was gebeurd. Ik besloot het boek toch te kopen.
En ik kreeg er geen spijt van. Ik heb het in één adem uitgelezen. Het vertelt de geschiedenis van een boerenfamilie uit Barbaresco die een landgoed met wijngaard beheert en die van een joodse familie uit Turijn, vanaf 1932 tot 1945.
Toen ik het boek uit had, besefte ik dat ik de omgeving waar het zich allemaal had afgespeeld, helemaal niet kende. Ik besloot er op een zaterdag heen te gaan en het plaatsje Barbaresco te gaan bezoeken.
Het was prachtig weer. Al gauw kwam ik via Borgomale terecht in Benevello. Op zoek naar een bar voor een broodnodige koffie reed ik omhoog naar waar ik dacht dat het 'centro storico' zou zijn, maar alles behalve een bar, wel een kerk.
Ik bekeek de kerk even van binnen en reed weer naar beneden. In het verderop gelegen Treiso vond ik wel een bar. Na de koffie op weg naar Barbaresco. Ik was er nu bijna en inmiddels reed ik door een landschap van wijngaarden.
Heuvels vol verkleurde koperkleurige wijnranken met op de toppen kleine dorpen.
Ik sprong om de haverklap de auto uit om foto's te maken. Zag midden in het landschap grote boerderijen liggen en stelde me voor hoe het hier in de jaren '30 geweest moest zijn.
Toen ik in de buurt van Barbaresco kwam, was het even schrikken van alle geparkeerde auto's. Het was druk. Dat kwam door de truffelbeurs in Alba die ieder jaar in oktober duizenden toeristen trekt.
Even later liep ik het stadje in. De oude kerk aan het begin bleek een wijnproeflokaal te zijn geworden. De hoofdstraat kwam uit bij de kerk en bij de toren die in het boek zo vaak als herkenningspunt wordt genoemd.
Als ze de toren in de verte zien opdoemen, weten de hoofdpersonen dat ze weer thuis zijn. Nu verdrongen toeristen zich bij de ingang voor een rondleiding.
In de Via Torino klonk moderne Italiaanse muziek, afkomstig uit grote luidsprekers. Ik besloot een hapje te gaan eten in het restaurant naast de toren. Pasta met 'burro e salvia'. Ik had ook pasta met truffel kunnen kiezen. Eén bordje: vijftig euro.
Nee, van de sfeer uit het boek vond ik hier weinig terug. Op weg naar Alba reed ik door het gehucht Tre Stelle. Voor de enige boerderij die ik er zag, stond nu een bord 'degustazione', op het terras hing een man in een stoel op de eerste toerist te wachten.
Bijna in Alba zag ik het bordje 'Altavilla'. Daar had de eigenaresse van het landgoed dat door de boerenfamilie werd bewerkt, haar villa. Een smalle weg kronkelt er naar boven. Ik kwam terecht in een wijk met dure huizen achter hoge hekken.
Later op de piazza van Mombarcaro ontmoet ik Arnaldo en Claretta die ook erg geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Arnaldo bekijkt de kaart achterin het boek waarop staat aangegeven waar de partizanen actief waren. Hij wijst op Vesime en zegt: "Hier hadden de partizanen een vliegveld".
Dat vliegveld neemt een cruciale rol in aan het eind van het boek. Ik trek daaruit de conclusie dat de schrijfster zich toch wel zoveel mogelijk op de geschiedenis van dit gebied heeft gebaseerd.
Toen ik het boek uit had, voelde ik spijt. Ik moest afscheid nemen van een tijd en van een streek die, hoewel nog steeds prachtig, toch wel een deel van zijn authentieke karakter verloren heeft. Mààr... waar nog steeds één van de beste wijnen van Italië wordt geproduceerd.


Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.

