WONEN IN ITALIË – Een beetje avontuur

Tien dagen was ik bij mijn moeder in Uden. Toen ik deze keer vertrok, ging ik nu eens niet rechtstreeks naar Mombarcaro, maar naar Wenen! Die stad wilde ik al zo lang zien. Dus keerde ik de neus van de Panda naar het oosten en rijden maar. Op de heenweg sliep ik 1 nacht in Straubing.

Ik voelde me prettig opgewonden en had er echt zin in. Drie dagen iets totaal nieuws, avontuur! Het begon al goed. Toen ik 's avonds in het hotel op weg was naar het restaurant had ik een absurde ontmoeting. Een vreemde snuiter hield me aan: "Komt u daar vandaan waar ik nu naar onderweg ben?" vroeg hij vriendelijk in het Duits. Een gek, dacht ik meteen.

"Ik kom van m'n kamer", antwoordde ik droogjes. "Nou ik ben op weg naar de wc" zei hij alsof hij de clou van een mop verraadde. Luid zingend liep hij vervolgens door. Gelukkig besteedde hij later in het restaurant geen aandacht meer aan me en kon ik die avond rustig eten.

Afgelopen dinsdag vertrok ik weer uit Wenen, na een heerlijk verblijf van drie dagen. Op facebook heb ik er uitgebreid verslag over gedaan. Wenen-Mombarcaro is 1000 km. Moest in één keer te doen zijn. De reis verliep redelijk voorspoedig. Wel tot Innsbrück regen, daarna de Brennerpas over en zo Italië in.

Het ging goed tot Alessandria, daarna werd het een drama. Vanaf Alessandria verliet ik de autostrada en wilde ik over het platteland naar Mombarcaro rijden. Maar mijn Tom Tom raakte volledig de kluts kwijt en toen raakte ook ik het spoor bijster.

Buurtschappen als Marenco, Spinetta, ze zeiden me niets maar erger: ook de mensen die ik de weg vroeg, hadden geen flauw idee en doken meteen in hun mobieltje. Uiteindelijk kwam ik toch in Canelli en Santo Stefano Belbo terecht. En toen ging het pas echt verkeerd.

Bij Cossano Belbo vergiste ik me bij een splitsing. Het was inmiddels bijna donker. Ik reed naar boven en rondde de ene haarspeldbocht na de andere. Ik werd omringd door wijnvelden en brak me het hoofd of het me nou al of niet bekend voorkwam daar.

Helemaal boven stond een stel wijnboeren net hun spullen in te pakken om naar huis te gaan. Ik stopte en na even praten bleek ik helemaal verkeerd te zitten. Ik besloot weer terug te rijden naar de splitsing.

Uiteindelijk zette ik tegen achten uitgeput en misselijk mijn auto voor m'n voordeur. Meteen verscheen het koppie van Pino voor het raam. Ik sleepte me naar binnen en begroette de poesjes die me blij tegemoet kwamen. Op mijn telefoontje verscheen een appje van Grazia.

Ik appte terug dat ik me beroerd voelde en bekaf was. Ze vroeg me te komen, zij zou iets warms voor me maken en dan kon ondertussen het huis opwarmen. Wat een engel is het toch. Grazia maakte een simpele pasta met tomatensaus maar ik geloof dat ik nog nooit zo lekker heb gegeten.

Pasta, na al die vieze schnitzels en würstl, was het alsof er een engeltje.....

Terwijl ik at, vertelde Grazia over de wederwaardigheden in het dorp tijdens mijn afwezigheid. Zondag was de bisschop geweest. Tijdens zijn preek was een oudere dorpsgenoot niet goed geworden en van zijn stokje gegaan. Alle vrouwen met verpleegervaring schijnen toegesneld te zijn om hem bij te staan. De consternatie was compleet toen twee ambulancebroeders met brancard de kerk binnenstormden en de man in kwestie niet mee wilde. Het ging wel weer, zei hij.

Daarna had de bisschop een rondgang door het dorp gemaakt. Hij was ook bij Valter geweest om de fabriek te bekijken. Schokkender wordt het niet.

Na een complete maaltijd met kaas en fruit na, te hebben opgepeuzeld, ging ik naar huis. Bagage opgeruimd en met twee waterkruiken naar bed gegaan (dit houd ik tot mei vol). Woensdag een heerlijke rommeldag. Gewassen, gezogen, lijstjes gemaakt (boodschappen + nieuwe plannen), naar Sara, naar de bar. Lieve reacties overal: "Sei tornata!"

Gisteren kreeg ik toch nog even een domper. Ik had een barst in m'n voorruit. Hij was ontstaan uit een heel klein gaatje dat al weken in m'n ruit zat. Dus ik naar Carglass. Er moest een compleet nieuwe voorruit in, 500 piek. De hele dag in Alba rondgehangen wat geen straf was, want het was prachtig weer. Om drie uur reed ik met een nieuwe vooruit in de auto weer naar huis. Voorlopig kom ik even de deur niet meer uit.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.