WONEN IN ITALIË – Bullebak

Ieder jaar ga ik naar het belastingkantoor in Mondovi. Ieder jaar gaat het om hetzelfde document voor de Nederlandse belastingen. En ieder jaar moet ik minimaal twee keer terugkomen voordat ik het verlangde document getekend en wel weer in handen heb. Dit jaar ging mijn derde bezoek als volgt.

Ik ben de eerste cliënt van de dag. Ik blijf voor de balie staan, waarachter een grote dikke vent die ik nog nooit eerder heb gezien, blijkbaar de zaken vandaag regelt. Ik begin: "Ik was hier twee dagen geleden ook. De mevrouw achter de balie heeft me toen gezegd dat ik vandaag om half 9 terug moest komen en dat mijn document dan klaar zou liggen."

De man kijkt me vol weerzin aan en begint: "Sarebbe, sarebbe (zoù zijn, zoù zijn), u spreekt in de 'condizionale'. Ze heeft dus niet gezegd: 'dat het er dan ìs' maar 'dat het er dan zoù moeten zijn', dat is heel wat anders! Als de directeur er bv. niet is, dan is het niet klaar want hij moet het ondertekenen."

Ik protesteer heftig. Ik ben al twee keer eerder geweest en de mevrouw heeft tegen mij gezegd: "Als u donderdag komt, ligt het klaar. Duidelijk." Hij zal wel even bellen om te kijken of hij de directeur kan bereiken en ondertussen moet ik maar in het wachtgedeelte gaan zitten.

De mevrouw na mij, een oude dame, heeft ook een afspraak om half 9. Wat ze precies zegt, kan ik op deze afstand niet horen, maar dat ze wordt afgeblaft, is wel duidelijk. "U kunt alleen een nieuwe afspraak maken online" zegt hij wreed. "Maar ik ben oud" hoor ik haar wanhopig roepen. "Ik weet niet hoe dat moet."

Snikkend komt ze naar me toe. "Zo ben ik nog nooit behandeld en zo laat ik me ook niet behandelen. Ik ga naar de directeur." Waar zit ie?" vraag ik haar. "Die zit de verdieping hierboven." "Ok, dan ga ik met u mee" zeg ik en ik sta al op.

Maar dan verschijnt er opeens een tenger mannetje, kalend en met een brilletje op. Hij draagt een pullover met een overhemd en stropdas eronder. Dat is dus de directeur. Hij houdt een papier voor m'n neus: "Is dit het document dat u nodig heeft?" vraagt hij vriendelijk. "Ja", antwoord ik blij, "dat is het." Hij laat me zien dat hij het heeft ondertekend.

Nu moet ik alleen nog even naar de 'tabaccheria' verderop in de straat om een 'marca da bolla' van 3 euro en zeventig cent te kopen. Dat is een overheidszegel die niet mag ontbreken op het document. De bullebak achter de balie zal er dan een stempel op drukken en dan is het formulier klaar voor de Nederlandse belastingen. De directeur heeft ondertussen de mevrouw mee naar zijn kantoor genomen.

Als ik even later met de gevraagde zegel voor zijn balie sta, belt de boze man nog even naar boven om te vragen waar hij het ding op mijn formulier moet plakken "Naast de handtekening?" Dan drukt hij er een stempel op en is het klaar. Ik denk dat deze man hier alleen maar is neergezet omdat de balie-medewerksters vrij zijn. Het is duidelijk dat hij geen idee heeft van het werk achter de balie, dat verklaart misschien ook zijn slechte humeur.

Vroeger werd je hier verwelkomd door ene Santo. Hij wist alles en kende iedereen. Maar helaas is Santo met pensioen. De twee dames die me de afgelopen week hielpen, waren ook niet erg overtuigend. Als twee kippen zonder kop liepen ze achter elkaar aan, onderwijl allerlei stapels verplaatsend. Na wat speurwerk op de computer stopten ze hun vogeltjesdans en moest ik over twee dagen terugkomen. Vandaag dus.

Voordat ik wegga, zeg ik tegen de bullebak:"Weet u wel dat die mevrouw haar man heel erg ziek is?" Dat had ze me tussen het gesnik door verteld. Hij bromt iets van dat ie dat wel weet. Hij zit er opeens als een gedwee kind bij en heeft weinig meer in te brengen. "Nou tot volgend jaar dan maar" zeg ik als ik wegga.

Als ik even later, na eerst koffie gedronken te hebben, naar de auto terugloop, zie ik het oude mevrouwtje met een andere vrouw praten. Ik stop even en vraag of alles nog in orde gekomen is. Ze overlaadt me met een stortvloed van woorden waaruit onder meer blijkt dat haar man allang dood is. Nou snap ik er ook niets meer van. Ik ga gauw terug naar Mombarcaro en houd mijn document stevig in m'n hand geklemd.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.